GEMEENTE BREDA
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
No .38
14 Januari 1950
V/690
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verho-
giftg van gas-en elektriciteitsprijzen.
Per 1'Januari j.l.is een kolenprijsverhoging van kracht geworden.Het gevolg
hiervan is,dat de kosten van de gasproductie en van de gasafname van de staats
mijnen zijn gestegen.Zoals U uit de pers bekend zal zijn is het toegestaan deze
kostenverhoging op te vangen door het gastarief met g cent te verhogen.
Ook voor electriciteit veroorzaakt deze verhoging der kolenprijzen een duur
dere inkoop,
Zoals wij U bij de behandeling der begroting 1950 reeds lieten doorscheme
ren,is de positie der begroting,ofschoon niet bepaald Ongunstig,toch niet ruim.
Het opvangen van bedoelde hogere kosten is dan ook niet anders mogelijk dan door
verhoging der tarieven,wil de begroting sluitend blijven,.
Maar nog meer extra lasten zal de dienst 1950 brengen.Zoals U in een ander
voorstel voor deze raadsvergadering wordt medegedeeld,zijn wij van oordeel,dat
de lonen en salarissen van het gemeentepersoneel met 5$ moeten worden verhoogd
evenals zulks voor het particuliere bedrijf en het rijkspersoneel is toegestaan.
Voor de kosten hiervan ad 150.000,— moet dekking worden gevonden,evenals voor
een verhoging der steunnormen van het Burgerlijk Armbestuur met 5$,waarvoor
30,000,nodig is.
Wat dit laatste punt betreft zijn wij van mening,dat op voetspoor van de 5%
salaris-en loonsverhoging ook de steunnormen bij het Burgerlijk Armbestuur met
5% moeten worden verhoogd,echter zonder daarbij het minimum van 2,te stellen;
het stellen van dit minimum zou over de gehele lijn een verhoging van 10 of meer
procenten betekenen en past naar onze mening niet in het kader der huidige loons
verhoging. Of een verhoging der steunnormen - buiten bedoelde 5verhoging - nodig
en uit financieel oogpunt mogelijk is,zullen wij aan een afzonderlijk onderzoek
onderwerpen.De sociografische dienst der gemeente zullen wij opdragen een onder
zoek in te stellen naar het minimum,dat voor het levensonderhoud in de onderwerpe-
lijke gezinnen noodzakelijk is.
Naast de hogere kosten van productie en inkoop van gas en electriciteitis
thans dus nog 180.000,-te dekken.
Aan'verlaging der uitgaven op de begroting 1950 valtbehoudens het hierna
vermeldenaar onze mening niet te ^denken.Verhoging van inkomsten in enigszins be
duidende mate is niet anders mogelijk dan door verhoging van het gas-en het electri
citeitstarief .Tot heden verkeerden wij in de gelukkige omstandigheid,dat het gas
tarief g cent per m3 (sedert 1 Januari 1950 1 ct.en het electriciteitstarief 1 ct.
Per Kwh.beneden de door de prijsbeheersing toegestane prijs lagen,Deze toestand
is echter nu niet langer te handhaven en wij moeten U dan ook voorstellen de gasprijs
roet 1 ct.per m3 te verhogen en het electriciteitstarief met 1 ct.per Kwh.een en an
der met ingang van de verbruiksperiode Januari 1950.
Eerstgenoemde verhoging zal de verhoogde kosten van het gasbedrijf opvangen en
daarnaast 100.000,voor dekking van overige lasten overlaten,de verhoging van
het electriciteitstarief laat - na dekking der gestegen kosten - een overschot van
10.000.-5! f 60,000,—