Behoort hij volgno. 36 der agenda - 2 - nieuwe schuld hij een jaarlijkse annuïteit van 2580,12 - dus ongeveer gelijk aan het huidige rentebedrag - reeds na 33 jaar zijn afgelost. Wij hehhen ons daarom in verbinding gesteld met de houders dezer renten, t.w. het Burgerlijk Armbestuurde Nederduits Hervormde Gemeente,het Rooms Burger Weeshuishet Gereformeerde Weeshuis,het Oude Mannenhuis,het Beggijnhof,het Paro- chiaal Kerkbestuur te Bavel,het Parochiaal Kerkbestuur te Meerle(B) en een 2-tal particulieren.Daarbij zijn wij uitgegaan van de algemeen gebruikelijke opvatting van afkoop dezer renten tegen de penning 20,zoals ook in artikel 799 van het Burgerlijk Wetboek is gesteld. Hoewel de rentebrieven in het algemeen een afloshaarheid tegen de pen ning 15 of 16 vermeld en, menen wij,dat de gemeente zich hierop niet mag beroepen, omdat in de 17e en 18e eeuw z.g. "reducties" zijn toegepast,waardoor de rente voet is teruggelopen.Wiji zijn echter niet in staat van iedere rente na te gaan in hoeverre deze in de 17e en 18e eeuw toegepaste reducties rechtmatig waren en of door de toenmalige houders der rentebrieven daardoor voor de verdere toekomst werd afgezien van een aanspraak op herstel van het oorspronkelijke bedrag. Wij achten daarom een afkoopsom tegen de penning 20 billijk en de billijk heid hiervan wordt ook door de meeste houders der renten ingezien,zodat met nage noeg allen tot overeenstemming is gekomen.Een houder,die de meeste renten bezit, wenst eerst zelf te doen onderzoeken of inderdaad de verplichting bestaat om in de afkoop te berusten en of er onder de betreffende schuldbrieven geen aanwezig zijn met een eeuwigdurende rente.Aangezien dit onderzoek nog geruime tijd kan duren en de overeenstemming met de overige rentehouders reeds in de afgelopen maanden is bereikt,achten wij het gewenst voor deze laatste niet langer met de afkoop te wachten. 5 Wij stellen daarom voor thans reeds voor een bedrag van 1313,82 aan 5 renten af te kopen tegen de penning 20 en hiervoor een crediet van 20 x 1313>82 26.276,50 beschikbaar te stellen;de betreffende begrotingswijziging ligt in de leeskamer ter inzage. BURGMEESTER EN WETHOUDERS VAN BREDA 5 Claudius Prinsen, Burgemeester. van Woensel Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 763