- 5 - De afschrijvingspercentages zijn vermeld omdat deze mede door Uwe Raad moeten worden vastgesteld. Een en ander is verwerkt in een begrotingswijziging welke als bijlage IV behorende bij dit voorstel in de leeskamer ter visie ligt. Zoals uit het voorgaande gebleken is hebben wij uiteengezet dat het wense lijk is de brandweer onder te brengen bij de Reinigingsdienst c.a. In verband hiermede is het noodzakelijk de betreffende beheersverordening (Gem.blad no.875 en 960te wijzigen. Daar echter door de onderbrenging van de brandweer bij deze dienst de toch reeds lange benaming een nieuwe uitbreiding zou ondergaan en wij het wenselijk achten ook enkele andere bepalingen der verordening te herzien is dit voor ons aanleiding U voor te stellen de oude beheersverordening door een geheel nieuwe te vervangen. De nieuwe dienst zouden wij willen aanduiden met de naam "Gemeentelijk Vervoerbedrijf" omdat althans het vervoer bij de meeste onderdelen van deze hetero gene dienst een voorname plaats inneemt. De verordening als zodanig geeft weinig aanleiding tot een aparte behande ling de meeste bepalingen spreken voor zichzelf. Slechts zij verwezen naar de artikelen 3 en 12 die zijn opgenomen in ver band met de instelling van de Leningsdienst terwijl tevens in de nieuwe verorde ning tot uitdrukking is gebracht de reeds sedert jaren gevolgde practijk om het kasbeheer der geldmiddelen, zoveel als mogelijk is, te centraliseren. Voor de ontvangsten en betalingen zal daarom de gemeente-ontvanger worden ingeschakeld dit voorkomt renteverlies. De ontwerp-beheersverordening voor bovenbedoelde nieuwe tak van dienst ligt in de leeskamer ter inzage (Bijlage v). Tot slot mogen wij nogmaals op de financiële kant van de hier behandelde zaak terugkomen. Reeds eerder vermeldden wij dat verwacht mocht worden, dat als gevolg van coördinatie van werkzaamheden, voortvloeiend uit de onderbrenging der brandweer bij het Vervoerbedrijf, in de toekomst besparingen zouden worden verkregen. Deze be sparingen zijn thans niet te berekenen. Uit de investeringen hiervoren vermeld (aangevraagde credieten) zal een jaarlijkse last wegens rente en afschrijving voortvloeier van rond ƒ.15.000.-. In 1949 zijn credieten toegestaan eveneens voor materiaalaanschaffingen van in totaal ƒ.59.250.-; de lasten hieruit voortvloeiend worden geraamd op ƒ.7800.- per jaar. De totale kosten der brandweer voor en na de reorganisatie zijn, globaal becijferd op ƒ.115.000.- respectievelijk ƒ.145.000.- te stellen. Bij deze berekening werden de verwachte besparingen nog buiten beschouwing gelaten. De meerdere kosten zijn grotendeels het gevolg van de nieuwe aanschaf fingen (ƒ.22.000.-), en hogere onderhoudskosten, mede inbegrepen benzine en olie enz,, van dit nieuwe materiaal (ƒ.8000.-). Reeds eerder hebben wij al eens overwogen een brandassurantiebelasting in te voeren doch tot een voorstel zijn wij toen nog niet gekomen. Nu de kosten der brandweer echter wederom aanmerkelijk hoger worden, zijn wij wel genoodzaakt tot het verwerven van nieuwe middelen, daar de algemene toestand der gemeentelijke financiën een zwaardere belasting der uitgaven niet toelaat,zon der vermeerdering der inkomsten. Wederom zou nu de vraag opgeworpen kunnen worden of, om tot versterking der middelen te komen, de bovenvermelde belasting moet worden ingevoerd. Het aan trekkelijke ervan zou zijn dat deze heffing aan de kosten der brandweer kon worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 779