- 6 - gekoppeld en door de contribuabelen ook direct in verbinding zou worden gebracht met de zorg van het gemeentebestuur voor de brandveiligheid. Of zij daardoor met veel enthousiasme zou worden ontvangen is een tweede vraag, doch dit psychologisch element mag niet worden veronachtzaamd. Indien wij dan ook met een ander voorstel komen om tot verhoging der in komsten te geraken is dit gelegen in de omstandigheid dat de assurantie-belasting die tot nu toe nog slechts in een tiental gemeenten wordt geheven, hoge innings- kosten veroorzaakt. Vooral de eerste opzet vordert aanmerkelijke kosten die niet in verhouding staan tot de te verwachten ontvangsten. Daarbij komt dat deze belasting ook al om practische redenen alleen kan wor den geheven van de eigenaren van gebouwde eigendommen en daarmede dan een doublure wordt van de straatbelasting. Daarom achten wij het beter het heffingspercentage van de straatbelasting te verhogen en wel van Aif/o van de belastbare waarde der gebouwde eigendommen zo als thans geheven tot 6%, Dit voorstel is verwerkt in het ter visie gelegde ont- werp-besluit tot wijziging der verordening op de heffing der straatbelasting (Bij lage VI). Uit deze verhoging is een meerdere opbrengst te verwachten van ƒ.60.000.- per jaar. De verhoging is behalve voor het opvangen der meerdere kosten van de brandweer nodig ter versterking van de algemene middelen der gemeente en brengt het heffingspercentage op het peil dat door de regering van gemeenten, die op een extra uitkering uit het gemeentefonds zijn aangewezen, wordt gevorderd en trouwens ook in vele andere gemeenten wordt geheven. Van de voorgestelde wijziging der heffingsverordening wordt gebruik gemaakt om de invorderingsbepalingen thans in de heffingsverordening op te nemen, zoals wettelijk is voorgeschreven en tevens om de invordering der belasting in een ter mijn mogelijk te maken. Samenvattend stellen wij U voor het navolgende te besluiten I de 86e begrotingswijziging van de gewone dienst der begroting 1950 (bijlage III) vast te stellen. II de 87e begrotingswijziging van de kapitaaldienst der begroting 1950 (bijlage IV) vast te stellen. III aan te wijzen als tak van dienst als bedoeld in artikel 252 der gemeente wet het Gemeentelijk Vervoerbedrijf en de in ontwerp bijgevoegde beheersver- ordening voor deze dienst vast te stellen met gelijktijdige intrekking der beheersverordening van de dienst der gemeentereiniging c.a.(bijlage V). IV tot de wijziging van de verordening op de heffing ener straatbelasting (bij lage VI V de afschrijvingspercentages bij de credieten bedoeld onder II vast te stel len op de percentages als door ons is voorgesteld. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BREDA Claudius Prinsen burgemeester van Woensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 781