Opgemerkt wordt, dat onder de te treffen regeling niet zullen vallen de losse werklieden de wakers en de werkvrouwen. De lonen van deze personeels leden worden met Uwe machtiging door ons vastgesteld en zijn reeds te rekenen van 1 Januari 1950 af met 5% verhoogd. Eveneens zijn uitgezonderd de personen, werkzaam op arbeidsovereenkomst ingevolge het ambtenarenreglement (gemeenteblad no.856) en de jongste bedienden (typisten) ouder dan 21 jaar .daar ook hun salaris met Uwe machtiging door ons wordt bepaald. Wij zijn echter voornemens voor hen een regeling te treffen, inzake uit kering van de 5%. In verband met het vorenstaande hebben wij de eer U voor te stellen 1. Het Koninklijk Besluit van 26 Mei 1950 S.No. K.193, alsnog voor vorenbedoeld gemeente-personeel van overeenkomstige toepassing te verklaren voor het tweede kwartaal 1950 en genoemd raadsbesluit d.d. 12 April 1950 in te trekken. 2. Ten aanzien van het gemeente-personeel voor het derde en vierde kwartaal 1950 een maatregel te treffen analoogaan die, welke voor het tweede kwartaaj/d.950 zal gelden, met dien verstande, dat op de bruto-voorschotuitkeringen van de in pensioengerechtigde dienst zijnde ambtenaren en werklieden telkens een bedrag van f.5'- in mindering zal worden gebracht. De betrekkelijke concept-raadsbesluiten en de genoemde Koninklijke Beslui ten liggen in de leeskamer ter inzage BURGEMEESTER ER WETHOUDERS VAN BREDA j Claudius Prinsen burgemeester van Woensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 785