- 2 -
Genoemde vereniging deelde ons mede,dat zij voorlopig een afwachtende houding
zou aannemen.Men betwijfelde of het Rijk bereid zou zijn kosten te zijnen
laste te nemen,welke het niet in de hand heeft.
Sedertdien is het vraagstuk der verplaatsingskosten ook ter sprake
gebracht hij de behandeling van de Rijksbegroting in de beide Kamers der
Staten-Generaai.
Uit de Handelingen blijkt wel,dat ook daar de regeling der onderhavige
kwestie niet juist geacht wordt. tenslotte
De Minister van Onderwijs,Kunsten en Wetenschappen heeft zich bereid verklaard
te overwegen,of er aanleiding is richtlijnen te geven voor de vergoeding van
de verplaatsingskosten aan de leerkrachten bij het lager onderwijs en wat er
in die richtlijnen zou moeten staan.
Uit deze toezegging kan worden begrepen,dat het denkbeeld van een
vergoeding door het Rijk nog niet van de baan is - het komt althans juist voor,
dat de regels worden gesteld door de instantie,die betaalt.
Gezien het vorenstaande zijn wij van mening,dat er vooralsnog geen aan
leiding is om een regeling,als de door adressante gewenste,te treffen.In ver
band hiermede adviseren wij U derhalve op het voorliggende verzoek afwijzend
te beschikken.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BREDA;
CLAUDIUS PRINSEN, 'Burgedeeffber.
VAN WOENSEL Secretaris.
x) Ligt ter visie in de Leeskamer