Behoort bij volgno.28 der agenda.
DE RAAD DER GEMEENTE BREDA;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 31
Augustus 1950,nr.l/4953s
Gelet op de artt.171 en 228 der Gemeentewet;
BESLUIT:
aan M.J.Reinieren te Breda te verkopen de percelen kadastraal
bekend gemeente Princenhage sectie M nrs.1017 en 1018,groot resp.1397 en
7423 m2,met de op het perceel nr.1017 staande woning,plaatselijk bekend
Achterste Rithweg nr.28,voor de prijs van 2500,in totaal en onder de
navolgende voorwaarden:
1. De Betaling van de koopsom zal geschieden bij het verlijden van de no
tariële akte van overdrachthetgeen zal moeten plaats vinden uiterlijk
drie maanden na de datum,waarop het besluit tot grondverkoop door Ge
deputeerde Staten zal zijn goedgekeurd.
2. De akte van overdracht wordt verleden ten overstaan van een door Burge
meester en Wethouders aan te wijzen notaris.
3. Alle kosten, op de verkoop,de overdracht en de levering vau het verkoch
te vallende,komen voor rekening van de koper.
4. Het verkochte wordt overgedragen in de staat,waarin het zich ten tijde
van het notarieel transport bevindt,mex alle daaraan verbonden lusten
en lasten,heersende en lijdende erfdienstbaarheden;de geneente is tot
geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwinning.
5. De koper doet afstand van de bevoegdheid,omschreven in artikel 690 van
het Burgerlijk Wetboek,voor zover de aan het verkochte grenzende grond
eigendom der gemeente Breda is.
Hij is verplicht het verkochte terrein af te sluiten overeenkomsxig
artikel 18 der bouwverordening voor de gemeente Breda
6. De grond-en andere zakelijke lasten en belastingen,welke van het ver
kochte geheven worden. komen vanaf 1 Januari 1951 ten laste van de
koper,onverschillig ten name van wie de aanslag geschiedt.
Breda, 7 September 1950.
DE RAAD VOORNOEMD;
Voorzitter.
Secretaris.