AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. GEMEENTE BREDA Bijlagen 1950 no.303 20 September 1950 l/l3267 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onttrekking aan het openbaar verkeer van een gedeelte van de Heuvelstraat. In het Heuvelplan 1949 werd het stratenbeloop in de Hauvelsector zodanig ingrijpend gewijzigd,dat daardoor een gedeelte van de thans bestaande Heuvelstraat zal komen te vervallen. Nu het Bestuur der Vereniging "Gods Koninkrijk kome" zich tot ons heeft gewend met het verzoek in deze sector grond ter beschikking te stel], voor de bouw van een school wordt het uitvoeren van dit deel van het uitbrei dingsplan noodzakelijk en zal,wil genoemde grondoverdracht zin hebben,een ge deelte van de Heuvelstraat aan het openbaar verkeer moeten worden onttrokken. Ingevolge art.10 der Wegenwet zijn belanghebbenden in de gelegoi heid gesteld van het voornemen tot «nttrekking kennis te nemen en hunne bezwa ren tegen de onttrekking in te dienen,waartoe op de gebruikelijke wijze het voornemen tot onttrekking is bekend gemaakt en een kaart,waarop het weggedeel te,dat aan het openbaar verkeer wordt onttrokken,is aangegeven,gedurende 14 dagen ter gemeentesecretarie ter inzage heeft gelegen. Gedurende deze termijn is een bezwaarschrift ingediend door een viertal personen,t.w. M.S.L.M.van den Boezem,artsjA.Hoogers,handelaar in meubelen;?J.Mol,bouwondersemerjC.I1.Naalden,winkelier en Jac.A.Verhoeven,allen te Breda,welke in dezeblijkens een bijgevoegde lijst van handtekeningen hande namens de gezamenlijke Heuvelstraatbewoners. Wij leggen genoemi. bezwaarschrift voor Uwe ie den in de leeskamer ter visie.Naar de inhoud daarvan mogen wij daarom kortheidshalve verwijzen. Wij merken ten aanzien van dit bezwaarschrift en de daarin ver vatte bezwaren het volgende op: Het overgrote deel van de naar voren gebrachte bezwaren bevat meer argumenten tegen de opzet van het inmiddels door Uwe vergadering vast gestelde uitbreidingsplan,dan argumenten tegen de onttrekking aan het open baar verkeer zélf.De juiste gelegenheid om deze bezwaren naar voren te brengen zoude ter visie-legging van het uitbreidingsplan zijn geweest,Uitgezonderd de Heer Naalden heeft echter geen van de huidige adressanten deze gelegenheid aangegrepen. Niettemin menen wij enkele van deze bezwaren naast die,welke rechtstreeks betrekking hebben op de onttrekking als zodanig,toch te moeten behandelen. Verbindingsmogelijkheden worden door de onttrekking voor geen der belanghebbenden afgesneden en deze betreft bovendien een gering gedeelte, dat ook niet kan worden gezegd,dat zij een grotere omweg moeten maken voor het bereiken van hun woningen *f bedrijven. Wat betreft hun bezwaren,welke :in feite het uitbreidingsplan betreffen,zij opgemerktdat wij de mening van adressanten niet delen,als zou den de mogelijkheden voor hun bedrijf minder worden,doordat de Heuvelstraat -haar- lO.OOO-'SO

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1950 | | pagina 963