GEMEENTE BREDA
m
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
lo.ooo-'so
Bijlagen 1950
No.309
20 September 19
v/l3672
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging van het raadsbesluit d.d,
12 Juli 1950 houdende eervol ontslag aan
een drietal leerkrachten der openbare
u.l.o.-school
In Uw vergadering van 12 Juli 1950 besloot U aan de Heren J.a.
Vermeulen,A.D.Nusselder en A.P.J.van Eijnatterespectievelijk hoofd der
openbare u.l.o.-school,onderwijzer van bijstand en vakonderwijzer aan die
school,eervol ontslag te verlenen wegens opheffing hunner betrekkingen.
De opheffing dezer betrekkingen vloeide voort uit Uw besluit tot opheffing
der school,waaraan zij verbonden waren.
laste van het Rijk,de heer van Eijnatte ten laste van deze gemeente.De rege
ling van het wachtgeld ten laste van het Rijk is neergelegd in artikel 51
der lager Onderwijswet 1920.In het eerste lid van dit artikel is bepaald,
dat aan de onderwijzers,die ten gevolge van de opheffing van de school,
waaraan zij als hoofd of als onderwijzer verbonden zijn,of ten gevolge van
de opheffing van hun betrekking worden ontslagen en niet in de termen val
len om pensioen te genieten,ten laste van het Rijk wachtgeld wordt verleend
mits zij binnen zekere tijd een aanvrage tot de Minister van Onderwijs,Kun
sten en Wetenschappen richten.
Een der genoemde leerkrachten zond deze aanvrage bereids aan ge
noemde Minister in.
Naar aanleiding daarvan ontvingen wij van de Minister van Onder
wijs,Kunsten en Wetenschappen een briefblijkens welke aan het verzoek om
wachtgeld van betrokkene niet kan worden voldaan,omdat de reden van het
ontslag onjuist was geformuleerd.Als motivering van deze afwijzing werd aan
gehaald,dat het gemiddeld aantal leerlingen,dat als werkelijk schoolgaand
aan de openbare u.l.o.-school over 1949 bekend stond,de opheffing van de be
trekking van betrokkene met ingang van 1 September 1950 niet toeliet.
De Heren Vermeulen en Nusselder hebben recht op wachtgeld ten
-Aangezien?