Behoort, bij ,Volgno»4-7 der Agenda.
bureau zou dan telkens na de behandeling van een geval binnenkomen en eventuele
nieuwe argumenten van de opgeroepenen kunnen bestrijden.
De Commissie is van oordeel,dat het stellen van vragen door de adviescommissie,
buiten de voorliggende gevallen,doch strekkende om ófwel een inzicht of overzicht
te verkrijgen,ófwel ambtshalve een vordering te kunnen voorstellen,het goed recht en
de plicht der adviescommissie is.
Gelijk betoogd acht de commissie iedere bemoeienis der leden van de advies
commissie met enige zaak,waarmede zij in hun functie te maken kunnen krijgen,
buiten de vergaderingen,ongewenst,De commissie is van mening,dat wie deze bemoeienis
om een of andere reden niet kan staken,geen zitting behoort te hebben in de advies
commissie.
De commissie heeft hiermede haar oordeel over de geschilpunten gegeven en acht
het dienstig dat Uw Raad een reglement van orde voor de adviescommissie vaststelt,
waartoe zij U bijgaand concept aanbiedt,
De commissie is van oordeel.dat voortzetting der werkzaamheden door de bestaan
de adviescommissie - indien en voorzover de leden daarvan het reglement van orde
wensen te aanvaarden - veruit de voorkeur verdient boven ontslagneming door een of
meer der zittende leden en voorziening in de daardoor ontstane vacature(s).
Nog wil de commissie vermelden,dat zij de vele andere punten,waarover is ge-'
sproken en die aanleiding tot wrijving zijn geweest.heeft onderzocht,doch van oor
deel is geworden,dat deze niet van zodanige invloed zijn geweest op het bestaande
conflict,dat zij zich daaromtrent behoort uit te laten.
Breda, 22 Juöi 1951»
w g. Drion Voorzitter,
w. g. Toxopeus
Secretaris.