f
GEMEENTE BREDA
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA
Volgno, 9 der agenda
Bijl-gen 1951
nr, 315
5 September 1951
l/ll819
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verlenen van een crediet ten behoeve van
de uitvoering der gemeentelijke sociale werk-
voorzieningsregeling.
De uitvoering van de Gemeentelijke Sociale Werkvoorzieningsregeling voor
handarbeiders,zoals deze is vervat in de circulaire van het Ministerie voor
Sociale Zaken van 21 December 1949«(nr.C.12802,afd.Sociale Bijstand)vereist
de beschikbaarstelling van een groter bedrag aan gemeentelijk subsidie voor
de Burgerlijke Instelling van Maatschappelijke Zorg. Crediet en v/orden gevraagd
voor de 4 volgende objecten;
1. het zuiveren van compost op terrein van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf
2. het egaliseren van een perceel grond,groot ongeveer 1 H.A.,gelegen naast
de kwekerij van Gemeente-Beplantingen,die reeds voor dit doel werd bewerkt;
3. het verrichten van diverse werkzaamheden in de boswachterij"Dorst";
4. het verrichten van diverse werkzaamheden in de boswachterij"Mastbos",
Op aandringen van ons College is met de uitvoering van de objecten 1,3 en 4
reeds een begin genaakt.Wij hebben gemeend,dat dit gerechtvaardigd was,omdat
het uitvoeren van werken in het kader van deze Werkvoorzieningsregeling niet
alleen een sociaal goed betekent voor de tewerkgestelden,doch tevens een-overi
gens moeilijk nau?/keurig te becijferen-financieel voordeel voor de gemeente met
zich brengtImmers het rijk vergoedt 757° van lonen en sociale lasten,hetgeen
practisch neerkomt op een subsidie in de ondersteuning van degenen die door de
Burgerlijke Instelling van Maat schappelijke Zorg moeten worden geholpen, voorwie
normaal geen subsidie uit !s Pdjks kas wordt verleend.De uitgaven van de Bur
gerlijke Instelling welke niettemin hoger zullen zijn dan de tot dusverre aan
gehouden raming,zouden ongetwijfeld zonder de werkvoorzieningsregeling nog hoger
komen,Verder is gebleken,dat meerdere personen,die zich hebben gewend tot de
Burgerlijke Instelling en die dan opdracht krijgen om te gaan werken,plotseling
in staat zijn op een of andere wijze zonder enige ondersteuning door de Gemeente
in hun onderhoud te voorzien en geen beroep op de Burgerlijke instelling meer
doen.
Voor de sub 1-4 genoemde objecten kan de navolgende berekening worden opge
steld;