GEMEENTE BREDA Volgno, 40 der agenda II W DE RAAD DER GEMEENTE BREDA Bijlagen 1951 No. 345 5 September 1951 Vl/l4496 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoe ming van de leden en plaatsvervangende leden der Commissies voor georganiseerd overleg In elk van de thans bestaande commissies voor georganiseerd overleg, te weten de Commissie voor ambtenarenaangelegenlieden en de centrale oommissie van overleg voor de werklieden, bestaat de vertegenwoordiging van het gemeentebestuur uit een der leden van het College van Burgemeester en Wethouders - optredend als voorzitter der Commissies - en voorts uit drie leden van de Gemeenteraad, door dit College aan te wijzen. De Raad wijst voor ieder door hem benoemd lid tevens uit zijn midden een plaatsvervanger aan Het is gebruik geworden, dat de leden van de Commissie voor ambtenarenaan gelegenlieden worden aangewezen als plaatsvervangend lid van de centrale commissie van overleg voor de werklieden en omgekeerd, zodat Uw Raad in het geheel zes per sonen benoemt De (na aftreding direct herbenoembare) leden worden telkens aangewezen voor een periode van 2 jaar. Laatstelijk vond de benoeming plaats in September 1949 Thans zijn uit Uw Raad lid van de Commissie voor ambtenarenaangelegenlieden en plaatsvervangend lid van de centrale commissie van overleg voor de werklieden Mej, J.P. Koppelaar en de heren Dr.G.M.J. Veldkamp en A.J.A. Rattink,terwijl lid zijn van de Centrale commissie van overleg voor de werklieden en plaatsvervangend lid van de Commissie voor ambtenarenaangelegenlieden de heren C.v.cLEecLen, G,Minder- houd en J.P.V. Vermeulen Wij mogen U voorstellen, voor elke commissie wederom drie leden en drie plaatsvervangende leden aan te wijzen Wij merken hierbij op, dat een herziening van de reglementen op vorenbe doelde oommissies in voorbereiding is Hieromtrent heeft een eerste overleg plaats gevonden met de bestaande com missies die ons terzake over enige punten adviseerden, welke adviezen wij in principe grotendeels konden aanvaarden. Zulks zal echter een algehele wijziging van het georganiseerd overleg tengevolge hebben. Naar aanleiding daarvan achten wij het nodig ons op enige punten nader te beraden, v/aarna wij U tér zake een voorstel zullen doen. Het zal dan vermoedelijk nodig zijn, dat Uw Raad opnieuw leden uit zijn midden aanwijst voor een Commissie van georganiseerd overleg, in haar nieuwe vorm Burgemeester en Wethouders van Breda De Secretaris De Burgemeester Van Vtoehsel Claudius Prinsen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 1099