Artikel 1. 1. Het is verboden slachtdieren te slacht en, elders dan in het Openbaar Slachthuis. 2. Het verbod in alinea 1 geldt niet: a.voor het slachten van varkensschapen en geiten, waarvan het vlees bestemd is voor verbruik door de eigenaar en diens huisgenoten,in het door de eigenaar bewoonde perceel,mits deze niet werkzaam is in het slagersbedrijf,in een bedrijf ter ver duurzaming of bereiding van vlees of vleeswaren en mits de eigenaar niet woont in een inrichting óf gestichtuitsluitend of onder meer bestemd voor het verstrekken van voedsel of waar zulks gere geld geschiedt; b.in geval van doden in nood,waaronder hier hetzelfde wordt verstaan als in art,3 der vleeskeuringswet S,1919,no.592. 5- Overtreding van het verbod in alinea 1 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of een geld- boete van ten hoogste f.25.-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 115