ciële ontwikkeling dezer gemeente in de na-oorlogse jaren een gunstig beeld vertoont en voldoende reden geeft tot tevredenheid.Immers deze gemeente heeft een sluitende begroting zonder bijzondere uitkering- uit het gemeentefonds,terwijl na de uitkomsten van de gemeentereke ning 1950 geen z.g.oude tekorten meer aanwezig zijn en het nadelig saldo op hoofdstuk I van de kapitaaldienst geheel verdwenen is.Wij laten hieronder een overzicht volgen van de resultaten van de gewone dienst der gemeenterekeningen 1945 t/m 1950: 1945 nadelig slot 4.318.143,20 1946 id. - 2.635.007,26 1947 id. - 2,583.118,06 1948 id. - 429.862,62 1949 id. - 90.660,15 1950 batig slot - 358.903,57 Bij de beoordeling van bovenstaande sloten moet er rekening mede gehouden worden,dat het nadelig slot over een bepaald jaar wordt overgebracht naar de direct opvolgende dienst,zodat in het slot van elk jaar dat van het voorafgaande jaar is verwerkt. Voorts werden ingevolge het Koninklijk besluit van 6 Mei 1949(stbl. J.no.l95)vanaf 1947 de gezuiverde sloten - zijnde de sloten ontdaan van niet tot de dienst behorende inkomsten en uitgaven - naai" de ka pitaaldienst overgebracht.Hierdoor ontstond op hoofdstuk I van de kapitaaldienst over de jaren 1947 en 1948 een nadelig slot van ƒ.156.455,42 305.352,96 ƒ.461.808,38,hetwelk werd verminderd met het netto batig saldo over 1949,ad,44-605,15,zodat thans nog resteerde .417.203,23.Door het gezuiverde batig slotvan de dienst 1950 is niet alleen het nadelig saldo op de gewone dienst verdwenen, maar aangezien het gezuiverd batig saldo 1950 ruim ƒ.431.000.-zal be dragen, zal ook het nadelig saldo van ƒ.417.203,23 op de kapitaaldienst verdwijnen en nog een batig slot van ruim f.l4.000.-resteren.Het is ons een verheugenis,dat hiermede alle nadelige sloten van voorafgaan de jaren geleidelijk geheel zijn ingelopen. Na deze inleiding volgt hieronder een toelichting op de voornaam ste verschillen tussen de voorliggende ramingen en die van 1951,waar bij die hoofdstukken,welker saldo weinig of geen verandering onderging, buiten beschouwing zijn gelaten. Hoofdstuk II. De uitgaven op dit hoofdstuk zijn ruim .94.000.-hoger geraamd dan in 1951.In de eerste plaats wordt dit veroorzaakt door een hogere ra ming van alle salarisposten,omdat bij de huidige raming voor het eerst rekening kan worden gehouden met de salarisverhoging van 5"!fo per 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 1163