-10-
Van de overige uitgaven wordt gewezen op de hogere raming voor
kapitaalslasten(volgno.308B)als gevolg van de stijging der rente
en afschrijving.
De inkomsten zijn bijna ƒ.90.000.-hoger geraamd;dit is het ge
volg van de verhoging der tarieven van de verschillende belastingen,
waarvan de voornaamste is de straatbelasting(169
Hoofdstuk VII.
Het nadelig saldo is .14.000.-hoger als gevolg van de hogere
raming voor rente en afschri jving(volgno.332B)met ƒ.22.600.-,terwijl
door de huurverhoging en aankoop van panden in de binnenstad de raming
op volgnummer 201 met ƒ.9000.-is verhoogd.
Hoofdstuk ¥111 par.2 en 6.
De stijging van het nadelig saldo op de paragraaf voor het ge
woon lager onderwijs wordt veroorzaakt door de hogere raming wegens
rente en afschrijving(volgno.374B.
Door de uitbreiding van het kleuteronderwijs,welke vorig jaar
heeft plaats gehad met de kleuterschool aan de Viandenlaan,is het na
delig saldo op paragraaf 6 met ƒ.4400.-gestegen.
Hoofdstuk VIII par.7.
De uitgaven voor het bijzonder lager onderwijs zijn met ruim
.102.000.-gestegen.Dit is veroorzaakt door de hogere raming wegens
rente en afschrijving(volgno.496B)als gevolg van de uitbreiding
der bestaande en de bouw van nieuwe scholen.
Het nadelig saldo is nog gunstig beinvloed door een hogere ra
ming van de opbrengst van schoolgelden(volgno.307).
Hoofdstuk VIII par.14.
De stijging van de kosten voor het gymnasium(volgno.610)met in
begrip van sociale voorzieningen en kapitaalslasten(volgno.618A en B.
kan slechts gedeeltelijk worden opgevangen door een hogere raming der
schoolgelden,zodat het nadelig saldo met bijna ƒ.9000.-is ge stegen.Het
rijkssubsidie(volgno.40l)is namelijk nog nimmer verhoogd in verband
met de salaris-en prijsstijgingen en blijft gefixeerd op de normen
van 1921.
Hoofdstuk VIII par.13.
De uitgaven voor het nijverheidsonderwijs blijven stijgenjvoor
1952 is wegens uitgaven bijna .92.000.-meer geraamd dan voor 1951*