De verhogingen betreffen zo goed als alle posten op deze paragraaf«Door
deze hogere "uitgaven konden ook de inkomsten hoger worden geraamd,om
dat het rijk subsidie verleent in de kosten van het nijverheidsonder-
wij s.De inkomsten werden bijna «40.000.-hoger geraamd,mede door een
hogere raming voor de schoolgelden.Het nadelig saldo op deze paragraaf
is echter nog ruim .52.000.-meer dan in 1951.
Hoofdstuk VIII.par.16.
De totale uitgaven en ook het nadelig saldo zijn met ruim
.60.000.-gestegen.
Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de hogere ra-
mingen
op de volgende posten:
656.
Kosten musea en bibliotheken
5.500.-
658.
Uitgaven voor volksfeesten
- 10.000
664.
Kosten van muziekuitvoeringen
4.000.-
672.
B.Kapitaalslast en
- 16.500,-
694.
Subsidie aan jeugdwerk
- 3.000.-
708.
Subsidie aan sociale wijkwerk
- 1.500.-
710.
Subsidie aan Med.Opvoedk.Bureau
- 15.550
712.
Subsidie aan comité huish.voorl.
- 2.500.-
Opgemerkt wordt dat de ramingen,vermeld onder volgnummer 694
a
en volgende reeds op de begroting 1951 werden gebracht bij de eerste
tegrotingswijziging(raadsbesluit van 21 December 1950)en die vermeld
onder volgnummer 1710 bij de 17e begrotingswijziging(raadsbesluit van
19 Februari 1951).
Hoofdstuk IX.
Het nadelig saldo is ƒ.225.000,-hoger dan in 1951,hetgeen in de
eerste plaats een gevolg is van de hogere raming der navolgende uit
gaven:
716. Kosten ziekenhuisverpleging 14.600.-
722. Kosten krankzinnigenverpleging - 74,500.-
738. Subsidie aan de burgerlijke instelling voor
maatschappelijke zorg - 120.900.-
740. Kosten van de dienst voor sociale zaken - 30.600»-
In de overige uitgaven,zoals volgno.742,744,746,e.v.wordt een
rijkssubsidie ontvangen vaai 75$ of 100$,Deze rijksbijdragen zijn o.a.
geraamd op volgno.487,491,495.Voor zover een rijksbijdrage van 100%
wordt ontvangen,ondergaat het nadelig saldo hierdoor geen wijziging.
Voor de uitgaven,waarvoor 75$ rijksbijdrage wordt ontvangen,wordt het