Behoort bij volgno. 6 der agenda. De rentevergoeding vanaf 1 januari 1944? zijnde de datum van ingang der exploitatie? achten wij redelijk?omdat de stichtingskosten per die datum eigen lijk nog moesten worden opgevoerd met het thans te verrekenen bedrag. Indien toen een rijksvoorschot daarvoor was opgenomen? dan zou in de verschuldigde 4a annuiteit ook dit b edrag zijn verdisconteerd, .Zowel de grond- als de bouwkosten voor het complex 61 woningen zijn volle dig gedekt door rijksvoorschotten ingevolge de Woningwet. Voor de onderhavige betaling is mitsdien nog een aanvullend rijksvoorschot gevraagd? op v/elks toe kenning wij gezien een desbetreffende toe zegging we lkje uit 1944 dateert? gevoege lijk mogen rekenen. Wanneer dit rijksvoorschot wordt uitgekeerd en alsdan de stichtingskosten met een gelijk bedrag worden verhoogd? dan komt de onderhavige betaling voor 75'/J ten laste van het rijk? zijnde dit het percentage der rijksbijdrage in het exploitatietekort op dit complex. Sen en ander hebben wij bovendien aan het accoord met de N.V. Het Onderling Crediet als vooryaarde verbonden. Resumerende hebben wij ie e er Uwe Raad voor te stellen aan de getroffen regeling Uwe goedkeuring te hechten en voor de afrekening met het Onderling Cre diet overeenkomstig de bijgevoegde ontwerp-wijzigingen der begrotingen 1951 van de gemeente en van het woningbedrijf een crediet van rond ƒ.29,500.- toe te staan Burgemeester en Wethouders van Breda Claudius Prinsen burgemeester Van ïïoensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 1337