GEMEENTE BREDA
Volgno,9 der agenda
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1951
Ho.402
7 November 1951
v/l8998
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
vaststellen van de vergoeding bedoeld in art.101
van de lager-onderwijswet 1920, over de jaren 1949
en 1950
Bij Uw besluit van 13 Juni 1951 is een bezoldigingsregeling vastgesteld
voor de vakleerkrachten aan de openbare lagere scholen dezer gemeente, welke
wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 Januari 1948.
Zoals wij U in ons desbetreffend voorstel (bijlagen 1951 no.211) hebben
medegedeeld, kunnen, sedert de wijziging van de lager onderwijswet d.d. 25 Juni
1948 (Stbl.l no.254), de besturen der in de gemeente gevestigde bijzondere
lagere scholen aanspraak maken op vergoeding voor de bij haar in dienst zijnde
vakleerkrachten, indien de gemeente aan hare gelijksoortige openbare scholen
vakonderwijzers heeft aangesteld. Bepalend is dan het aantal wekelijkse uren
vakonderwijs dat aan de openbare scholen wordt onderwezen, waarbij ter bereke
ning van de salarisvergoeding voor de vakleerkrachten der bijzondere scholen
van bovengenoemde salarisregeling wordt uitgegaan.
Met inachtneming van de in deze regeling vastgelegde normen kan thans worden
overgegaan tot het vaststellen van de vergoeding waarop de besturen van de daar
voor in aanmerking komende bijzondere U.L.O.-scholen krachtens het bepaalde in
art. 101 bis, der lager - onderwijswet 1920 aanspraak hebben.
Be op deze vergoeding betrekking hebbende kwitanties zijn bereids door
ons onderzocht en accoord bevonden.
Aangezien derhalve voldaan is aan het gestelde in genoemd wetsartikel
stellen wij U voor, ter uitvoering daarvan, over te gaan tot vaststelling van
de vergoeding bedoeld in art,101 bis, der lager-onderwijswet 1920,
over de jaren 1949 sn 1950 Ben concept-besluit doen wij U hierbij toekomen."
Met een schoolbestuur zijn wij nog in correspondentie over de berekening
van de jaarwedde van een der vakleerkrachten, zodat wij hetbedrag der vergoe
ding voor dit bestuur nog niet ter vaststelling kunnen voordragen. Zodra moge
lijk zullen wij U daarom alsnog een voorstel doen
Burgemeester en Wethouders van Breda
Claudius Prinsen burgemeester
Van Woensel
x) Ligt ter visie in de leeskamer
secretaris