GEMEENTE BREDA AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. I De uitkering van de drie verschillende v.g.l.o. bedragen en de uitkering van no, 404 7 November 1951 v/l7464 Schrijven van Burgemeester en Wethouders met betrek king tot het door Gedeputeerde Staten genomen besluit inzake het door de Hoofdinspecteur 1.0. ingesteld beroep tegen het raadsbesluit tot vaststelling van het voorschot op de gemeentelijke exploitatie-vergoe ding ex art.103,6e lid, der L.O.wet 1920 voor het jaar 1951 Overeenkomstig het bepaalde in art, 103,6e lid der Lager Onderwijswet is ds testuren der bijzondere lagere scholen op haar verzoek bij Uw besluit van 19 Februari 1951 (bijlagen 1951,no.56) een voorschot verstrekt op de gemeentelijke exploitatie-vergoeding voor het jaar 1951 De hoofdinspecteur van het Lager Onderwijs in de eerste hoofdinspectie heeft tegen dit raadsbesluit bij Gedeputeerde Staten dezer provincie beroep in gesteld, omdat bij dit besluit ten aanzien van het v.g.l.o. drie verschillende bedragen worden uitgekeerd, al naargelang de vakken v en/of v worden onderwezen, alsmede omdat daarin was bepaald dat voor scholen die zelf een gymnastieklokaal ter beschikking hebben de exploitatie-vergoeding met ƒ.0,65 per leerling wordt verhoogd voor iedere leerling die van het lokaal gebruik maakt. Gedeputeerde Staten hebben in bijgaand besluit x) het beroep ran de Hoofd inspecteur gegrond verklaard® Formeel kan slechts één bedrag ex art. 55 bis worden vastgesteld en dienover eenkomstig ex art, 101 der wet 8an de bijzondere schoolbesturen worden uitgekeerde In het besluit ex art.55 bis wordt door U dan ook ieder jaar voor elk soort van onderwijs één bedraö vastgesteld, ƒ.0,65 per leerling voor het gymnastiekonderwijs voor scholen met een eigen gym nastieklokaal bij de exploitatie-vergoeding ex art,101, alsmede bij het voorschot op deze vergoeding, werden door U uit billijkheidsoverwegingen gedaan. Dit ge beurde zowel op advies van de rijksinspectie als met instemming van Gedeputeerde Staten. Ook de bijzondere schoolbesturen konden zich met deze regeling verenigen. Gedeputeerde Staten delen evf nwel in hun besluit mede, dat interpretatie van de wet op billijkheidsgronden niet tot de bevoegdheden van de raad behoort Het heeft o.i. weinig zin tegen (dit besluit bij de Kroon beroep in te stel len, aangezien ook de Kroon zich zeer zeker op het formele standpunt van Gedepu^ teerde Staten zal stellen De uitspraak van Gedeputeerde Staten met betrekking tot de vaststelling van eén v.gol.o. bedrag heoft tot gevolg, dat dit bedrag nu alleen uitgekeerd kan worden aan volledige v.g.l.o,-scholen of —klassen die voldoen aan de voor het v.g.l.o» gestelde normen» In verband met het bovenstaande stellen wij U voor het besluit van Gedepu- toai-^e Staten voor kennisgeving aan te nemen Burgemeester en Wethouders van Breda X) Ligt ter visie in de Leeskamer De Secretaris De Burgemeester Van Woensel Claudius Prinsen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 1361