GEMEENTE BREDA
v/17800
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1951
Wo.407
7 November 1951
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot beschik
baarstelling van een crediet voor vergoeding van
de grond benodigd voor de in 1930 gebouwde R.K.
jongensschool aan de Oosterhoutseweg 32
Van het Kerkbestuur der R.K. parochie van 0.1. Vrouw van Goeden Raad, Tete-
ringsedijk 295 alhier, zijnde het bestuur der R.K. jongensschool aan de de Ooster-
houtseweg 32, bereikte ons het verzoek om vergoeding van de in 1930 door voor
noemd kerkbestuur afgestane grond, benodigd voor de bouw van evengenoemde school.-
Uit ons over dit verzoek ingesteld onderzoek is het volgende gebleken
Bovenbedoelde school is in 1930 gebouwd onder de gemeente Teteringen over
eenkomstig art.72 der l.o.wet, In afwijking van de ter zake geldende wettelijke
bepalingen is de gemeente Teteringen indertijd met het schoolbestuur overeenge
komen, dat geen waarborgsom (l5% der stichtingskosten) behoefde te worden gestort,
doch dat daartegenover dan geen vergoeding van de grond zou plaats hebben.
Deze gang van zaken is niet juist geweest, daar een schoolbestuur bij stich
ting ener school recht heeft en reoht blijft doen gelden op vergoeding van de
tctale stichtingskosten, waaronder in dit geval mede was te begrijpen de geschatte
vaarde van de grond en de wet geen «ntheffing kent van de verplichting tot storting
ener waarborgsom De grond had ter gehele of gedeeltelijke voldoening van de
waarborgsom kunnen zijn ingebracht, waarna terugbetaling van de waarborgsom, 20
jaar na de datum van storting, had moeten plaats vinden
De school is geopend op 1 September 1930. Aangenomen kan dus worden, dat de
waarborgsom omstreeks die datum had moeten zijn gestort, waarna terugbetaling
rond 1 September 1950 had moeten zijn geschied.
In 1942 is de school bij de grensw±j-Zo^erf;egaan naar de gemeente Breda, zodat
de tot dat jaar voor deze schoolstichting ten laste der gemeente Teteringen komen
de kosten, toen op de gemeente Breda zijn komen te rusten
Het betreft hier dus een uitgestelde voldoening van een vergoeding waarop
bet schoolbestuur reeds bij de totstandkoming der school aanspraak had, als zijnde
een onderdeel van de door de gemeente te vergoeden stichtingskosten