^x^ro^n^^2^deï^geELda
;3ulks geldt voorts ook voor het herstel van de houten spitsaangezien deze
door de weersinvloeden ook sterk wordt bedreigd. De lei- en houtbedekking van
de spits zijn reeds zodanig vergaan dat ernstige inwatering plaats vindt,ter
wijl de eiken muurplaten en kapbalksn in de muren, waarop de spits rust, volkomen
zijn verteerd.
Wij komen derhalve tot de slotsom, dat al de bovengenoemde werken in de eerst
komende jaren zonder vertraging van het temppéioeten worden uitgevoerd en wij vin
den voor deze opvatting steun bij Monumentenzorg, hetgeen blijkt uit een recente
mededeling van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, dat deze
zich met de begroting tot genoemd eindcijfer in het algemeen kan verenigen,ter
wijl voor rijkssubsidie direct goedgekeurd worden de navolgende werken s
A. die, welke in de begroting zijn vermeld onder 1 en 2, respec
tievelijk begroot op ƒ.800.000.- en .434.900.-,totaal 1.234.900.
B. de voltooiing van het achtkant tot 50 M+ met uitzondering
van het herstel der hoekwachters (ƒ.113.000,-) en de lucht
bogen (ƒ.18.000.-), totaal goedgekeurd 180.000.
0. het herstel van de lood- en leibedekking en het dakbeschot
van de houten torenspits met dakkapellen 68.000.
Verhoogd voor eventuele prijsverhogingen en ter afronding met 47.100.
Totaal 1.530.000.—
De uitvoering hiervan kan dus zonder onderbreking worden voortgezet, terwijl
na het gereedkomen daarvan zal kunnen worden beoordeeld, met welk gedeelte van
de plannen en in welk tempo dan kan worden verdergegaan. Evenals nu zal de ge
meente ook dan wel in grote mate afhankelijk zijn van de financiële medewerking
van het Rijk
De grote mooilijklieid is immers thans reed3 de financiering van deze aanzien
lijke uitgaven. Hoewel een rijkssubsidie van 50% in deze kosten,derhalve
.765.000.- is toegekend is het voor monumentenzorg op de rijksbegroting beschik
bare bedrag in de eerstkomende jaren te gering om bedoelde 50^ volledig uit te
keren. In 1951 zal slechts ƒ.39.750.- worden gegeven en in 1952 .50,000.-,ter-
wijl de Minister heeft toegezegd ernaar te zullen streven, dat in 1953 en volgen
de jaren zo mogelijk telkens een bedrag van ƒ.100.000.- wordt beschikbaar gesteld.
Zulks heeft tot gevolg, dat de gemeente een belangrijk deel der kosten in
afwachting van de uitkering van het rijkssubsidie voorlopig zelf zal moeten
financieren, zodat wij ons ernstig hebben moeten beraden over het tempo, waarin
het werk moét worden voortgezet, zonder daarbij al te sterk op het rijkssubsi
die vooruit te lopen