GEMEENTE BREDA
no.431
7 November 1951
V/17576
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijzi
ging der verordening op de heffing en invordering
van rechten,bedoeld in artikel 21 der Besmettelijke
Ziektenwet 1928 (Stbl.no.265) voor door of vanwege
de gemeente verrichte diensten
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Ter vergoeding van en ter tegemoetkoming in de kosten van vervoer, afzonde
ring, onderzoek verpleging,reiniging en ontsmetting door of vanwege de gemeente
terzake van maatregelen, genomen ingevolge de Besmettelijke Ziektewet, wordt
een recht geheven naar een tarief vastgelegd in de Besmettelijke ziektengelden-
verordening 1947 (gemeenteblad no.1080).
Be in deze verordening opgenomen bedragen zijn niet raeer in overeenstemming
met de werkelijke, door de gemeente te betalen kosten.
In een rondschrijven van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van 10 Octo
ber 1951 wordt aangegeven, welke maximum-bedragen in acht genomen kunnen worden
bij de heffing van genoemde rechten, o.a. voor verpleegkosten ƒ.9,25 per dag
voor locaal vervoer ƒ.8,75 per keer
Be werkelijke kosten voor de gemeente bedragen momenteel
voor verpleegkosten ƒ.7,per dag
voor locaal vervoer ƒ.7,50 per keer,
terwijl de tarieven krachtens de bestaande verordening respectievelijk ƒ.4,25
en ƒ.5,50 bedragen.
Aangezien de gemeente voor verpleeg- en vervoerkosten nog niet de genoemde
maxima verschuldigd is, achten wij het gewenst met de mogelijkheid van prijsver
hoging rekening te houden en daarom in artikel 2, eerste en tweede lid der ver
ordening tot uitdrukking te brengen, dat de werkelijke kosten berekend worden
tot de maximum-bedragen, zoals hiervoor in genoemd schrijven zijn aangegeven
In hst derde lid van artikel 2 waren tarieven opgenomen voor een gehele en
halve ovenvulling en voor een groot aantal goederen, terwijl voor vergoeding
van £5n man per uur, met inbegrip van reinigings- en ontsmettingsmiddelen,ver
schuldigd was ƒ.1,75