GEMEENTE BREDA
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1951
No.433
7 November 1951
VI/1S990
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot toetre
ding tot de gemeenschappelijke regeling betreffende
de behandeling van gemeentelijke personeelsaangele
genheden.
In 1934 werd door een aantal gemeenten een gemeenschappelijke regeling aange
gaan betreffende de behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden,welke
x)
wordt beheerst door de hierbijgevoegde regelen
In de loop van de jaren zijn steeds meer gemeenten tot bedoelde gemeenschap
pelijke regeling toegetreden,welk aantal thans de 370 heeft bereikt en waaronder
naast vele kleinere gemeenten onder meer behoren Amsterdam,Rotterdam, s-Graven-
hageUtrechtHaarlem,kroningen,Tilburg,Nijmegen,Enschede,Arnhem,leiden, Hilversum,
Leeuwarden,Schiedam,Dordrecht,Delft,Heerlen en s-Hertogenbosch.
Deze regeling beoogt op het terrein van gemeentelijke personeelsaangelegen
heden enerzijds een doeltreffende arbeidsbesparing en anderzijds een doelmatige
vereniging van constructieve krachten te bewerkstelligen.
Daartoe vindt in het Centraal orgaan dezer gemeenschappelijke regeling,waar
van de leden door de toegetreden gemeenten worden gekozen een uitwisseling plaats
van inzichten en ervaringen van de onderscheiden gemeenten in personeelszaken,
In dit verband mag er op gewezen worden,dat het aan het Centraal orgaan verbonden
bureau adviezen verstrekt op het gebied van arbeids-en dienstvoorwaarden.
Met de vertegenwoordigers van de personeelsorganisaties pleegt het Centraal
orgaan overleg.Voor de toegetreden gemeenten betekent dit, dat onderwerpen,die in
het Centraal orgaan zijn behandeld krachtens,de ook door de organisaties aanvaar
de regel geen nadere behandeling vereisen in het plaatselijk overleg.
Bij de steeds verder gaande unificatie van.de rechtspositieregelingen van
het overheidspersoneel,ongeacht of dit in rijks- dan wel gemeentedienst is,heeft
het voorts betekenis,dat het Centraal orgaan is vertegenwoordigd in de commissies,
waarin de dienst-en arbeidsvoorwaarden voor het rijkspersoneel worden besproken,
zodat tijdig de belangen van de gemeenten en haar personeel naar voren kunnen
worden gebracht.