GEMEENTE BREDA Centraal Rapport van het afdelingsonderzoek der gemeentebegroting 1952,gehouden op 7 No vember 1951. Algemene beschouwingen. Bij de aanvang tan deze algemene beschouwingen wordt een woord van erkentelijkheid uitgesproken aan het adres van het college van burgemeester en wethouders voor1 de activiteit in het afgelopen jaar betracht. Deze dank gaat ook aan het adres van het gemeentepersoneel.Alhoewel later dan ande re jaren is de begroting nog zo tijdig ingediend,dat een afdoening rond de jaar wisseling mogelijk zal zijn.Het tijdig indienen der begroting is lofwaarig; op continuering van dit streven wordt aangedrongen. Met voldoening oonstatereii vele leden ,dat de begroting sluitend is,niette genstaande de beperking welke men bij het uitspreken van deze voldoening moet aan leggen in verband met het feit,dat in de begroting nog geen rekening kon worden gehouden met de sedert het ontwerpen der begroting plaats gehad hebbende prijs stijging der kolen,welke prijsstijging nadelig is voor het gas- en electriciteits- bedrijf.Indien het gevolg van de kolenprijsverhoging in het komende begrotings jaar zou worden,dat de tarieven alsnog verhoogd moeten worden,zal het wenselijk zijn daarbij in het bijzonder de positie der grote gezinnen onder de loupe te nemen.Vertrouwd wordt,dat de arbeid van de ingestelde raadscommissie tot onderzoek van de positie van de grote gezinnen in de stad Breda er toe moge leiden,dat ver schillende maatregelen genomen zullen worden om aan de moeilijke positie dier ge zinnen in het huidig tijdsbestek, tegemoet te komen.Hierbij wordt in het bij zonder- gedacht aan de verbetering der gezinstarieven en aanwijziging in de regeling met betrekking tot de betaling van schoolgelden. Bij d.e beschouwing van hetgeheel der gemeentebegroting valt hun op,welk een omvang de gemeentelijke huishouding genomen heeft.De vraag blijft zich opdringen of de organisatie van de gemeentelijke diensten cn bedrijven voldoende efficient is en op de hoogte staat,welke met behulp van moderne administratie- en inrichting- methoden bereikbaar moet zijn.Een moderne outillage van de diensten en bedrijven is in het belang van de financiële uitkomsten van de gemeentelijke huishouding, zowel als van de arbeidslust van het personeel.Ook voor de gemeentelijke ambtenaar geldt,dat het "plezier in het werk" in hoge mate afhankelijk is van de organisatie en efficiency van het bedrijfIpéit verband doet het vreemd aan,dat terwijl bij de vorige begrotingsbehandeling is aangedrongen op een efficiency-onderzoek bij de gemeentelijke diensten en bedrijven de Raad nimmer een rapport hierover heeft ont vangen.Willen Burgemeester en Wethouders mededelen hoever dit onderzoek reeds is gevorderd en een rapport overleggen over de stand van het onderzoek. Een rem voor de gemeentelijke activiteit is ongetwijfeld het gebrek aan finan ciële middelen.Alhoewel grote erkentelijkheid bestaat voor de activiteit welke vc_ gens vele leden Burgemeester en Wethouders tot dusver in deze hebben ontplooid rijst de vraag of het geen aanbeveling verdient ook nog op andere wijzen te trachten aan de benodigde geldmiddelen te komen,Hebben Burgemeester en Wethouders in dit verband kennis genomen van het streven van verschillende gemeenten om door middel van premieleningen aan de benodigde gelden te komen? Hebben Burgemeester en Wethouders ook plannen in deze richting? Dat een beperking van kapitaalsinvesteringen in het licht van de huidige eco nomische verhoudingen geboden is spreekt voor zich zelf.De vraag rijst hij deze leden of het juist is dat deze beperking plaats heeft door inschakeling van een college, hetwelk geen wettelijke grondslag heeft,Onbevredigend is het,dat het niet mogelijk is binnen het raam van het door de Rijksoverheid gevoerde beleid te komen tot de bouw van een bevredigend aantal woningen.Wellicht dat het zoeken naar nieuwe finan cieringsmiddelen ertoe kan leiden tot een meer bevredigend aantal woningen te gera ken,terwijl ook de hoop wordt uitgesproken,dat de Regering op zijn aanvankelijke -opvattingen - 416

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 1549