GEMEENTE BREDA v/2422 AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Volgno,21 der Agenda Bijlagen 1951 No. 57 7 Februari 1951 Voorstel van Burgemeester en wethouders tot het verstrekken van voorschotten op de gemeentelijke bis vergoeding,bedoeld in art.101 ,4e lid,der Lager Onderwijswet 1920,over 1951 aan enige besturen van bijzondere scholen voor v.g.l.o, en u.l.o,. "bis Krachtens het gestelde in art.101 ,1c lid,der Lager Onderwijswet 1920 bepaalt de gemeenteraad voor 1 Maart van elk jaar het getal wekelijkse lesuren,gedurende hetwelk vakonderwijs wordt gegeven aan de openbare scholen voor g.l.o.v.g.l.o. of u.l.o,,indien aan een of meer dezer scholen vakonderwijzers zijn verbonden.Lit gotai geldt als maatstaf voor de vergoeding terzake van het vakonderwijs .aan de bijzonder* lagere scholen. Sedert de opheffing der openbare u.l.o,-school per 1 September j.l, heoft de gemeente geen vakleerkrachten meer in dienst,zodat de vaststelling van het getal lesuren,als bedoeld in het eerste lid van art. 101^°,voor 1951 achterwege zal blij ven.In de plaats van een vergoeding,gebaseerd op genoemd getal wekelijkse lesuren "bi s bij het openbaar onderwijs,treedt dan de toepassing van art.101 ,4e lid,der L.O.- wet 1920,zodat niet langer de formele berekening,resulterende uit de gegevens,be doeld in het eerste lid,wordt toegepast. Bij iedere aanvrage zal moeten worden beoordeeld of de gemaakte kosten zonder noodzaak zijn gemaakt of hoger zijn dan noodzakelijk is. de Op de onderhavige vergoeding kunnen op verzoek van desbetreffende scltoclbestu- ren voorschotten worden verleendjnaar onze mening is daartoe alleen aanleiding,in dien te verwachten is,dat de te maken kosten niet zonder noodzaak zullen worden ge maakt of hoger zullen zijn dan noodzakelijk is.Bij de beoordeling daarvan gaat het er om of de indienstneming der vakleerkrachten) noodzakelijk was,of het getal op gedragen lesuren niet te hoog is en of de bezoldiging niet uitgaat boven die,welke dezelfde leerkrachten zouden genieten,indien zij in dienst van de gemeente Breda waren.Omtrent de eerste twee factoren kan de Inspecteur van het Lager Onderwijs adviseren,de derde factor (bezoldiging) hangt af van de voor de vakleerkrachten in dienst der gemeente Breda geldende bezoldigingsregeling.Omtrent dit laatste ]cunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 155