27 - Hoofdstuk XII (Kasvoorzieningen) Inderdaad wordt op hoofdstuk XII een kassierswinst geraamd.De bedrijven worden in rekening-courant steeds belast met een rekening-courantpercentage Na het instellen van de leningsdienst is de totale financiering der gemeen te, nog meer dan vroeger,gecentraliseerdTOok voor de financiering met kort geld is dit zo.Het resultaat van deze financiering komt op hoofdstuk XII tot uitdrukking,Het komt juist voor,de bedrijven te belasten op dezelfde wijze als wanneer zij zelf met rekening-courantgeld moesten financieren,ter wijl het sluiten van kasgeldleningen als een taak van de centrale financie ring is te zien.Ihar het te verwachten is,dat de centrale financiering voor het opnemen van gelden gedeeltelijk van goedkope kasgeldleningen gebruik zal kunnen maken, is de raming op volgnummer 810 belangrijk lager dan die op volgnummer 569»Wij achten de wijze van raming dan ook juist en zo reëel mogelijk» Het bedrag der gemiddeld benodigde kasgelden,wat de grondslag vormt voor de raming cp volgnummer 810, is evenwel gebleken te laag te zijn ge raamd.Het gemiddeld benodigd bedrag dient in plaats van op 13 millioen op 16 millioen te worden gesteld,waardoor een verhoging der raming met f.82.500.- nodig is,welke in het le wijzigingsbesluit der begroting 1952 wordt voorgesteld, Na het bovenstaande zal beantwoording der diverse gestelde vragen naar onze mening overbodig worden geacht, burgemeester en Wethouders van Breda, Van Haperen loco-,burgemeester. Van Woensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 1645