Behoort bij volgno.23 der agenda. _2~ Artikel 7 Bezwaren tegen de aanslag en verzoeken om algehele of gedeeltelijke ontheffing van schoolgeld,bedoeld in artikel 5,sub 1 en 2,en in artikel 6,sub.1,moeten schrift' lijk './orden ingediend,uiterlijk binnen twee kalendermaanden na de dag— tckt.nin, van het aanslagbiljetbij de in artikel 8 dezer verordening genoemde ambtenaar,door wie overlegging van de hem nodig voorkomende bewijsstukken kan worden verlangd, In bijzondere gevallen kan van deze termijn worden afgeweken,ter beoordeling van deze- ambt naar. Artikel 8, Over enkomstig het bepaalde in art.301 der Gemeentewet treedt vo«r de toepas sing van do artikelen 297,299 en 300 dier wet in de plaats van de Baad,van Bur gemeester en Wethouders of van de Surgemeestör,de Chef van de afdeling Finan ciën, Onderwijs en Belastingen ter gemeente-secretarie,of bij diens afwezigheid, zijn plaatsvervanger. Artikel 9. 1. Indien blijkt,dat een aanslag ten onrechte is achterwege gebleven of ten onrecht is verlaagd of vernietigd,of dat een te lage aanslag is opgelegd, wordt het niet of to weinig geheven schoolgeld van de schoolgeldplichtig^ of zijn erfgenamen nagevorderd,zolang niet sedert de aanvang van het cursus jaar,waarvoor het schoolgeld verschuldigd is,drie jaren zijn verstreken. 2. Onjuist gebleken aanslagen worden ambtshalve verminderd of vernietigd. Artikel 10. 1, Jaarlijks binnen veertien dagen na de aanvang van het cursusjaar zendt de Directeur van dc Ambachtsschool aan de Chef van de afdeling Financiën,Onder wijs cn Belastingen ter gemeente-secretarie alphabetische lijsten der namen en voornamen van de ouders,voogden of verzorgers,met vermelding daarbij van hun woonplaats, ben evens van de voornamen,dc geboortedata en voor zoveel nodig; van de namen der leerlingen en hun woonplaats; 2. Op de eerste werkdag van ieders kalendermaand zendt de Directeur,z«nodig gelijke opgave betreffende de leerlingen die in de afgelopen kalendermaand tot de school zijn toegelaten of de school hebben verlaten.Is ge^-n opgave te doen dan zendt hij een negatief bericht. Artikel 11. De invordering van het schoolgeld geschiedt door of namens de gemeente-ont vanger. Artikel 12. 1. Van het schoolgeld worden elk cursusjaar zo spoedig mogelijk kohieren opge maakt en vastgesteld; 2. De gemeente-ontvanger draagt zorg,dat de gedagtekende aanslagbiljetten van elk kohier ninnen dertig dagen,nadat dit hem ter inning is toegezonden,worden uitgereikt 3. Op de invordering door de gemeente-ontvanger zijn van toepassing de artikelen 201-295 der Gemeentewet; 4. Aan henjVt^r wie het schoolgeld niet binnen de bepaalde tijd is betaald, kan door Burgemeester en Wethouders de toegang tot de school worden ontzegd. Artikel 13. Het schoolgeld moet worden voldaan in 5 gelijke termijnen,waarvan do eerste vervalt op de laatste dag van de kalendermaand,volgende op die,welke in de dag tekening van het aanslagbiljet is vermeld,de tweede aan het eind van dc volgende kalendermaand,en zo vervolgens. Het schoolgeld is dadelijk en ineens invorderbaar,wanneer de schoolgeldplichtigo in staat van faillissement is verklaard of op zijn roerende goederen executoriaal beslag is gelegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 1669