2- Dit geldt in gelijke mate voor de steun,welke de Sportraad verleent aan nood lijdende verenigingen.Dat hiervoor een reservering plaats heeft,moet worden toegejuicht, omdat deze steun jaarlijks sterk kan wisselen. De steun geschiedt uitsluitend in de vorm van renteloze voorschotten,omdat de middelen van de Sportraad vooral in het begin te beperkt waren.Deze voor schotten moeten geleidelijk worden terugbetaald,zodat het vormen van een fonds ook hiervoor de aangewezen weg blijkt te zijn. Voorts willen wij erop wijzen,dat zowel de Culturele Werkgemeenschap als de Sportraad zijn ingesteld om de werkzaamheden van ons college te verlichten. Dit is mogelijk,omdat in de stichtingen uitsluitend deskundigen zijn opgeno men,waarvan bij het toekennen van bijdragen een objectief oordeel verwacht mag worden.Gezien het doel en de samenstelling staan deze stichtingen in een andere verhouding tot de gemeente dan de overige verenigingen en instellingen met een gemeentelijk subsidie. Tenslotte lijkt het ons vanzelfsprekend,dat voor het houden van een sport week tijdens de feesten in 1952 tijdig gereserveerd wordt,omdat de hieraan ver bonden kosten hoger zullen zijn dan die van de normale jaarlijkse sportweek,en daarvoor dus geen beroep behoeft te worden gedaan op de gemeente.De Stichting 1952 subsidieert geen verenigingen of organisaties,die tijdens de feesten een jaarlijks terugkerende manifestatie willen verzorgen,ook al wordt deze wellicht wat uitgebreider opgezet dan normaal.Zij juicht ieder initiatief tot vergroting in 1952 van ncrmale jaarlijkse prestaties toe,doch houdt zich in financieel op zicht daarvan geheel afzijdig,een naar het ons voorkomt juiste houding omdat de Stichting aan alle zijden wordt gevraagd om subsidie voer jaarlijks terugkerende evenementen. Op grond van bovenstaande overwegingen achten wij het gewenst,dat de subsi diëring van de Culturele Werkgemeenschap en van de Sportraad ongewijzigd wordt, voortgezet,opdat deze stichtingen de nodige activiteiten kunnen blijven ont plooien in het belang van het culturele leven en de sport in deze gemeente. Burgemeester en Wethouders van Breda, van Haperen, lo-burgemeester van Woensel, secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 1735