t - 3 6. Voorzover het gedeponeerde bedrag niet met inachtneming van de in de drie voor gaande leden van dit artikel gestelde voorwaarden op een door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum zal zijn opgevraagdzal het op de hypothecaire schuld worden afgeschreven^gelijke afschrijving zal geschieden,indien voor of na die datum de hypothecaire schuld mocht afgelost of opvorderbaar worden. Artikel 7. 1. Onverminderd het in artikel 8 bepaalde is de duur der hypothecaire lening vijf tig jaar,met dic-n verstandedatin het geval bedoeld in artikel 1,eerste lid, letter b,de lening tenminste twintig jaar voor het einde van de erfpachtster mijn geheel moet zijn afgelost, 2, Indien de lening wordt gesloten op 1 Januari,1 April, 1 Juli of 1 Octoberwordt de a.anvang van de leningsduur gerekend van de dag der totstandkoming af ;indien de lening op een andere dag wordt gesloten wordt de leningsduur gerekend van de eerstvolgende le Januari,le April,le Juli of le October af. Artikel S. 1. Op de door de Gemeente verstrekte leningen moet jaarlijks worden afgelost en wel (r a) op leningen,onder verband van le hypotheek,2% van het oorspronkelijke bedrag der lening; b) op leningen,onder verband van 2e hypotheek,op de le en 2e lgypoihecaire lening tezramen tenminste een bedrag gelijk aan 6% van het oorspronkelijk bedrad der 2e hypothecaire lening met een minimum aflossing op de docr de Gemeente de verstrekte 2e hyporhecaire lening van 2% van het oorspronkelijk bedrag. De onder b van dit lid vermelde percentages worden verhoogd tot respectievelijk 10% en 5%,indien geldleningen worden verstrekt onder hypothecair verband van woningen met bedrijfsruimten. 2. De aflossingen moeten geschieden per kwartaal op 31 Maart,30 Juni,30 September en 31 December telkens voor een vierde der verschuldigde jaaraflossing. De eerste aflossing zal geschieden op het einde van het kwartaal volgende op de dag,waarop de lening geheel aan de geldnemer is uitgekeerd. 3. De geldnemer is te allen tijde bevoegd de lening of het restant der lening ge heel of gedeeltelijk af te lossen onder bijbetaling van de rente tot en met de dag der aflossing over het af te lossen bedrag,mits van het tijdstip en het be drag der aflossing minstens één maand tevoren schriftelijk mededeling aan Bur gemeester en Wethouders wordt gedaan. Artikel 9. 1. De rentevoet wordt door de Raad vastgesteld,zoveel mcgelijK aan de gemiddelde geldende rente.Voor het eerst wordt een rentevoet bepaald op 4^ 's jaars, 2. Hij wordt om de 10 jaar herzien en alsdan gesteld op de bij de herziering gel dende gemiddelde hypotheekrente,welke in overleg tussen de gemeente en de geld nemer is te bepalen. Bij gebrek aan overeenstemming kan elk der partijen de kantonrechter te Breda ver4 zoeken de rente vast te stellen,welke vaststelling voor partijen baadend is. 3. De beta.ling der verschuldigde rente moet achteraftegelijk met de aflossings bedragen, worden voldaan, 4. Voor de berekening van de rente wordt de maand op 30 en het japr op 360 dagen gesteld» Artikel 10. 1. Indien de verschuldigde rente en/of aflossing niet zijn betaald binnen veer tien dagen na de verschijndag,verbeurt de geldnemer ten behoeve van de Bank,ook zonder énige ingebrekestelling en onverminderd hare verdere rechten terzake van zijn verzuim,een boete van één procent per maand van het door hem achterstallig verschul digde terwijl elke ingetreden maand voor een volle wordt gerekend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 231