- 6 - Artikel 20, De schuldenaar en/of hypotheekgever zal/zullen in gebreke zijn door het en kel verzuim in de nakoming zijner/hunner verplichtingen of handelingen,strijdig met hetgeen is overeengekomen of bedongen,zonder dat ingebrekestelling door of namens de gemeente nodig is. Alle tijdsbepalingen worden geacht ook in het belang der gemeente te zijn gemaakt De schuldenaar en/of hypotheekgever is/zijn onderworpen aan de boekingen van de gemeente. Artikel 21. De verschuldigde hoofdsom met de rente tot en met de dag der voldoening, de boeten,alsmede de kosten,zullen zonder enige voorafgaande formaliteit dadelijk opeisbaar zijn met alle gevolgen aan de *peisbaarheid der schuld bij de acte ver- geldlening met hypotheekstelling verbonden: a) bij gehele of gedeeltelijke inbeslagneming van het verbondene of zelfs bij begin ran executie; b) bij aanwijzing van het onderpand of een gedeelte hiervan voor onteigening; c) bij gehele of gedeeltelijke'vervreemding,verandering van bestemming zonder toestemming van de gemeente,verbouwing van het verbondene,indien het geheel of gedeeltelijk wordt afgebroken of naar het oordeel van een door de gemeente aan te wijzen deskundige in waarde vermindert; d) bij niet behoorlijke voldoening der grond-en andere lasten of schulden,waar voor het verbondene executabel is e) bij het - zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de gemeente - vestigen van zakelijke rechten op de verbonden onroerende zaak of bevrijden van enige heersende erfdienstbaarheid; f) bij niet overlegging van de polissen van assurantie en/of kwitnntiën der be taalde verzekeringspremiën g) bij faillissement,onder curatelestelling,aanvraag tot surseance van betaling of boedelafstand door: de schuldenaar c.q, een der schuldenaren; de hoofdelijke mede-schuldenaar c.q,één der hoofdelijke mede-schuldenaren; de hypotheekgever of één der hypotheekgevers voorts bij ontbinding van enige gemeenschap van goederen,waarin de schulde naar c.q, één der schuldenaren,de hoofdelijke mede-schuldenaar,c.q, één der hoofdelijke mede-schuldenaren,de hyporheekgever of één der hypotheekgevers, mochten zijn gehuwd; h) bij brand of stormschade in of aan het verbonden onderpand; i) tij gebreke van stipte betaling van gedeeltelijke of algehele aflossing en/of rente op de vastgestelde vervaldagen; j) indien de lening ten laste van een rechtspersoon mocht lopen en/of indien de hypotheekgever een rechtspersoon mocht zijn,bij ontbinding of liquidatie van de rechtspersoorvschuldenares of rechtspersoon-hypotheekgever of wijziging in het bestuur; k) indien de schuldenaar vanaf het tijdstip waarop de acte van schuldbekentenis met hypotheekstelling is verleden,niet onmiddellijk met de bouw aanvangt of daarmede niet regelmatig of onvoldoende voortgaat; l) indien in het gaval,bedoeld in artikel 1,eerste lid letter b van deze voor waarden het erfpachtsrecht te niet gaat; m) in het algemeen bij niet stipte nakoming of bij overtreding door de schulde naar en/of hypotheekgever van enige verbintenisverplichting of beding op enigerlei wijze ten behoeve van de gemeente ten aanzien van de geldlening en/of de hypotheekstelling bestaand,daaronder begrepen al de bepalingen op genomen in deze voorwaarden en in de acte van geldlening of de credietover- eenkomst met hypotheekstelling of de voorschriften,welke deel uitmaken van een van overheidswege aan de hypotheekgever verleende financieringsregeling betreffende de woningbouw.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 237