Behoort bij volgno, 53 der agenda kundig en architectonisch door Professor Ir.Berghoef verzorgde plan uit 'je voeren, besloot Uw College op 13 December 1950 voorlopig het plan tot ont eigening goed te keuren. In ons voorstel van 6 December 1950 om dit besluit te nemen zijn de redenen daartoe volledig uiteengezet. De mogelijkheid, dat de door belanghebbenden gestelde rechten de realisatie van het plan zouden kunnen hinderen, is - zo stelden wij - te ondervangen door een onteigening. De onzekerheid ten aanzien van het a- ntal en de aard van de door adressanten gestelde rechten - indien zij al bestaan - zijn aanleiding geweest, de ont eigening van de grond te kiezen en niet de onteigening van de erfdienst baarheden. Zij, die zich dcor de onteigening der grond "gekwetst" zouden voelen,kunnen zich dan tot de rechter wenden en hun belangen waar maken ad.HI Het hier gestelde- voorzover het al juist is, wat zeker niet volledig het geval is - rioht zich niet tegen het onteigeningsbes luit als zodanig ,maar tegen de kosten, welke voor rekening van de gemeente komen, wanneer de ont eigening zal worden uitgesproken^en het plan wordt uitgevoerd. Dit bezwaar laat geheel buiten beschouwing, dat hetgeen door de gemeente terzake van de onteigening en het bouwrijp maken zal moeten worden betaald, volgens een verantwoord exploitatieplan bij de verkoop der gronden aan de gemeente terugkomt Wij stellen U voor het bezwaarschrift voor kennisgeving aan te nemen. Het advies van de Ho-fdingenieur-Directeur van de Wederopbouw en de Volkshuisvesting dat volgens de voorschriften over her bezwaarschrift moet worden ingewonnenjzul- len wij U tijdens de vergadering mededelen. Wij stellen U voor te besluiten tot het goedkeuren van het plan tot ont eigening van voornoemd peroelen Burgemeester en Wethouders van Breda Claudius Prinsen burgemeester van Woensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 277