9 Behoort bij volgno.12 der agenda In de'loop der jaren is het landbouwhuishoudkundig werk echter meer en muer geraakt op de achtergrond en is de werkwijze geworden,zoals men die in de steden aantreft. De bevolking van het betreffende gebied kan worden gesplitst in: 900 arbeidersgezinnen 530 boeren-en tuindersgezinnen 375 middenstandsgezinnen 255 gezinnen behorende tot hogere standen Aannemende,dat onder het aantal arbeidersgezinnen nog wel gezinnen zijn gegroepeerd,die eveneens tot het plattelandsmilieu gerekend moeten worden,blijkt, dat circa i gedeelte boeren-en tuindersgezinnen,dus plattelandsbevolking is-. Gelet op deze verhouding kan dus niet van een overwegend plattelandskarak ter v/orden gesproken.Het sterkst spreekt dit wel voor de parochie St.Martinus, terwijl verder bekend is,dat in de parochies Liesbosch en Effen.maar sporadisch door de sociale werkster wordt opgetreden Aan het jaarverslag 1949 ontlenen wij namelijk,dat ter plaatse slechts aan drie boeren-gezinnen hulp werd verleend. Blijkbaar voelt het Bestuur dor Stichting een en ander ook wel zo aan,zodat dit de huidige situatie ziet als een overgang naar en een steun voor het op an dere basis op t^ richten sociaal werk voor de drie parochies.Wij mogen terzake verwijzen naar blz,2,2e alinea,van het verzoek. Uit een ingesteld onderzoek is ons gebleken,dat verschillende omliggende gemeenten,waarvan wij noemen Oosterhout,Etten,Terheyden,Zundert en Ruephon,50$ subsidie in de salariskosten verlenen,doch toegegeven zij,dat de zaak in die gemeenten wel enigszins anders ligt. Daar kan namelijk van een zuiver plattelandskarakter worden gesproken,doch bovendien geeft het subsidie het voorde l,dat een volledige kracht tegen een half salaris voor de gemeente werkzaam kan zijn.Ook voor Breda zal het^work der Stichting nog wel financieel voordeel bieden,doch vanzelfsprekend niet in die mate als dit in bedoelde gemeenten het geval is. Resumerende achten wij een subsidie alleen voor het jaar 1951 bij wijze van financiële tegemoetkoming tijdens de periode van overgang naar de nieuwe organisatie-vorm nog wel redelijk.Deze zou dan moeten bedragen 25van de sa lariskosten enz.,omdat uiteraard ook 25$ door de gemeente Prinsenbeek voor het werk in die gemeente behoort te worden bijgedragen. Voor Breda zal ditneerkomen op een bedrag van rond 815,waarbij is uitgegaan van de kosten,zoals die in het verzoekschrift zijn vermeld. Wij hebben derhalve de eer Uwe Raad voor te stellen aan de Stichting Maatschappelijk Werk ten Plattelande voor 1951 een subsidie te verlenen ad 25$ in de salariskosten enz.voor een sociaal werkster in de gemeenten Prinsenbeek en Br^da tot een maximum van 815,en daarvoor overeenkomstig de bijgevoegde x) ontwerp-wijziging der begroting 1951 een crediet tot genoemd bedrag toe te staan. Burgemeester en Wethouders van Breda; Agt ter visie in de leeskamer De SeCretaris? De Burgemeester,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 471