GEMEENTE BREDA
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA,
Volgno,31 der agenda.
Bijlagen 1951
No160
4 April 1951
V/5824
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot inbreng
van de bezittingen en schulden van de brandweer in
het gemeentelijk vervoerbedrijf.
Bij Uw besluit van 7 September 1950 (Bijlagen 1950,no,249) werd vastgesteld
de beheersverordening voor het gemeentelijk vervoerbedrijfwaarvan de brandweer
met ingang van 1 Januari 1951 een onderdeel uitmaakt.In verband hiermede moeten
de bezittingen van de brandweer in het gemeentelijk vervoerbedrijf worden inge
bracht tegen de daarop rustende schuld of voor de getaxeerde waarde.
De gebouwen,welke in gebruik zijn bij de brandweer,worden ingebracht tegen
de getaxeerde waarde;op deze gebouwen rust nl.nog slechts een schuld van 600,
nl.op het brandspuithuis aan de Doelen.De nodige taxaties zijn verricht door de
dienst van Openbare Werken,te weten:
Garages met bovenwoning St.Annastraat 21 en 21a,sectie B 4095 15.300,
Werkplaats Stadserf,sectie B 6525 (ged.) 1.450,--
Brandspuithuis Doelen,sectie 0 1307 2.400,
idem Nw.Huizen,sectie A 3494 1.300,
idem Hoge Steenweg,sectie D 5950 (ged.) 1.100,
Aangezien het oude gebouwen zijn,stellen wij U voor de jaarlijkse afschrij
ving te bepalen op 4^ f 862,
Bovendien moeten nog als onroerend goed worden ingebracht de brandputten,
gelegen op het gebied der voormalige gemeente Princenhage.Hierop rust nog een
schuld van 400,.De inbreng kan geschieden tegen dit schuldrestant met een jaar
lijkse afschrijving van 100,,
Van.de roerende goederen,zoals motormaterieel,slangen,straalpijpen,gereed
schappen, kleding en uitrusting en andere hulpmiddelenis nagegaan,welke schuld
hierop nog rust.Uit de kapitaalsadministratie blijkt,dat de aanschaffingen van
1946 en voorafgaande jaren geheel zijn afgeschreven;in die jaren kon ook niet vol-
21.550,—