Bij volgno,31 der agenda.
doende materiaal worden aangeschaft,Aangezien voor de brandweer belangrijke cre-
dieten werden verstrekt voor de aanschaffing van nieuw materieel,nl.59.250,
in 1949 en 123.675,in 1950,wordt uitgegaan van het standpuntdat de roe
rende goederen,waarop geen schuld meer rust,zonder meer moeten worden ingebracht,
terwijl het overige materieel wordt ingebracht tegen het restant der schuld op
1 Januari 1951.
Hieronder laten wij een «verzicht volgen van de schuld per 1 Januari 1951,
rustende op het in de jaren 1947 t/m 1950 aangeschafte materieel met vermelding
van de voorgestelde afschrijving,waarbij de afschrijvingspercentagesvastgesteld
bij Uw besluit van 7 September 1950 Bijl.249)werden in acht genomen.
Omschrijving der bezittingen Restant schuld Afschrijving
per 1 Jan.1951
Dienstjaar 1947.
a.personenauto (Hiliman) .825,f 825,
b.carrosserie autospuit 3.825,1.275,
Dienstjaar 1948
c.2 zuurstofapparaten 900,300,
d.2060 Meter brandslang 6.519,2.173,
Dienstjaar 1949
e.Ford-chassis 6.660,1.110,
f.licht-aggregaat 2.000,500,
g. motorrijwiel 800,11 400,
h.1137 Meter brandslang 4.800,1.200,
i«2 zuurstofapparaten 1,680,420,
j.30 gasmaskers 1.060,265,
Dienstjaar 1950.
k.neveltankwagen "12.250,99 2,342,99
1.autospuit v.m.Ginneken 8.000,35 11 800,35
m.idem Princenhage 6.040,19 979,19
n.mobilofoon 8.388,53 1.680,53
0.kleding en uitrusting 9.895,51 985,51
p.autospuit centrum 8,354,75 839,75
r.4 alarmsirenes 1,848,33 192,33
s.veranderen garage 1.795,90 85,90
ƒ85.643,55 f 16,374,55
Na bovenstaande becijferingen is de volgende inbrengbalans per 1 Januari
1951 op te stellen: