Bij volgno.7 der agenda. "uitkeringen uit het Gemeentefonds,De op deze wijze aan gemeenten toegevloeide "middelen zijn bestemd voor aflossing van kortlopende gemeenteschuld. "Voorts is de Regering bereid,gelet op het belangrijke volume kortlopende "schuld,ten aanzien waarvan consolidatie een acuut probleem is,nogmaals een be- 'roep te doen op de Rijksfondsen en - instellingen,ter voortzetting van de tot "dusverre gebruikelijke financieringsmethode,welke via de z.g. voor-inschrijfreke- "ning in feite ten laste van 's Rijks kas geschiedt, "Tenslotte is besloten,de voorschriften terzake van de hoogste toelaatbare "rentepercentages voor leningen ten laste van lagere publiekrechtelijke lichamen aa "te passen aan de thans vigerende situatie op de kapitaalmarkt,Hieromtrent moge ik "U verwijzen naar mijn rondschrijven van heden,Afdeling Financiën (B.B.)No.U 2586. "Hierbij zij ernadrukkelijk op gewezen,dat door toepassing van de hierbo- "ven genoemde middelen,met name door de aanpassing der rentevoorschriften,nimmer "kan worden bereikt,dat het aanbod op de kapitaalmarkt van voor belegging beschik bare middelen een duurzame en belangrijkè vermeerdering zou ondergaan,Dit bete- "kent,dat onder de huidige omstandigheden,die door een relatieve kapitaalschaarste "worden gekenmerktde inhaling van de bestaande consolidatie-achterstand elk duur- "zaam effect zou missen indien tegelijkertijd door voortzetting der investeringen "op het huidige peil opnieuw een achterstand zou accumuleren. "De hierboven bedoelde maatregelen kunnen dan ook slechts op de duur bij dragen tot het herstel van gezonde verhoudingen in de gemeentelijke financierin- "gen indien het ontstaan van een nieuwe consolidatieachterstand wordt voorkomen. "Hieraan kunnen de gemeenten medewerken,door als regel te aanvaarden,dat geen "nieuwe projecten worden geëntameerd,voor en aleer de zekerheid is verkregen, "dat op een tijdstip in de naaste toekomst b.v.het tijdstip,waarop de bouw of de "voltooiing van het project halverwege zal zijn gevorderd,een vaste lening ter "financiering van dat project beschikbaar is, "Zolang de huidige wanverhouding tussen vraag en aanbod op de kapitaalmarkt "blijft bestaan,betekent naleving van deze regel uiteraard,dat de gemeenten haar "investeringsactiviteit tot het uiterste beperken en de grootst mogelijke aandacht "schenken aan de mate van urgentie,die aan verschillende projecten,waarvan de "uitvoering nodig zou kunnen worden geacht,kan worden toegekend,Uiteraard zal deze "gedragslijn ook dienen te gelden voor andere lagere publiekrechtelijke lichamen "dan gemeenten, "De Regering wil er met nadruk op wijzen,dat in dit verband niet alleen "moet worden gedacht aan de actuele moeilijkheden,die worden ondervonden en die "moeten worden overwonnen,Daarachter schuilen echter meer fundamentele problemen "van financieel-economische aard,die slechts door een nieuwe bezinning op de mate "en het tempo,waarin allerlei wenselijke zaken zullen worden verwezenlijkt,kunnen "worden opgelost, "De beperktheid van de op de kapitaalmarkt beschikbare middelen,de belang- "rijke uitbreiding,dieonze nationale defensie moet ondergaan en onze niet-slui- "tende betalingsbalansdie het monetaire evenwicht in gevaar brengt,zijn de fac toren,die een situatie kenmerken,waarin een inflatoir werkende financiering in s Lands belang niet kan worden getolereerd en waarin derhalve.zal moeten worden "overgegaan tot een beperking van de investeringen tot een peil,dat uit de ter "kapitaalmarkt aangeboden financieringsmiddelen op niet-inflatoire wijze kan wor- "den gefinancierd. "Hieromtrent moge ik U verder verwijzen naar hetgeen te dezer zake in mijn "rondschrijven van 31 Maart j.l.,No.U 2285,Afdeling Financiën (B.B.) is medegedeeld." Wij verzoeken U aan bovenstaande aanwijzingen van de Minister van Binnen landse Zaken bij voortduring Uwe aandacht te schenken. De zakelijke inhoud van het Ministeriële rondschrijven van 31 Maart j1 No.U 2285,genoemd in de slotalinea van de hierboven overgenomen brief,is vervat in onze aan U gerichte aanschrijving van heden,G nó.49190,onderwerp :Samenwerking op het gebied van het financieel-economisch beleid,terwijl het rondschrijven van de Minister van 2 April 1,1. no.U 2586 ter zake van de hoogste toelaatbare rente percentages,U wordt toegezonden bij onze brief van 11 April 1951,G nr.47827. DE GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-BRABANT, VAN R00IJ,Griffier. J.DE QUAY,Voorzitter - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 567