Bij volgno.33 der agenda. De Raad der gemeente Breda; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 Mei 1951 Gehoord de commissie van overleg voor ambtenarenzaken en de centrale com missie van overleg voor de werklieden; besluit: vast te stellen de volgende Tijdelijke Uitkeringsverordening 1951. Artikel 1. l.In dit besluit wordt verstaan onder: a,"belanghebbenden" :de personen bedoeld in artikel 2; b,"diensttijd" :de aan het ontslag voorafgaande tijd,welke de belangheb bende in burgerlijke overheidsdienst heeft doorgebracht,met dien verstande echter,dat 1.diensttijd,voor het bereiken van de leeftijd van 18 jaar vervuld,buiten aanmerking blijftbehalve voor de toepassingvan artikel 4,lid 1; 2.indien de diensttijd wegens verleend ontslag onderbroken is geweest,de tijd vóór de onderbreking slechts medetelt,indien de onderbreking niet langer dan een maand heeft geduurd de berekening van 3.diensttijd,welke in aanmerking is genomen bij/de duur van wachtgeld of een daarmede gelijk te stellen uitkering ten laste van een der lichamen, bedoeld in de artikelen 3 en 4 der Pensioenwet 1922 (staatsblad no.240), niet wordt medegeteld; 4.diensttijd in een nevenbetrekking niet in aanmerking komt; 5 diensttijd,welke met pensioen is vergolden,niet in aanmerking komt; c,"laatstelijk genoten beloning": 1.voor.belanghebbenden,bedoeld in artikel 2 onder a en b,het salaris of loon,de toelagen,welke in pensioensgrondslagen worden opgenomen en de tijdelijke kindertoelagewelke betrokkene op de dag vóór die van ingang van het ontslag genoot; 2,voor de overige belanghebbenden de beloning,welke de betrokkene op de dag voor de beëindiging van 'de ktïens-tfbeirékking geho^rt- daaronder begrepen de kinderbijslag dan wel de kindertoelage,overeenkom stig het voor hem geldend algemeen verbindend voorschriftdoch met uit zondering van de overige toelagen,welkeware hij in ambtelijke dienst aangesteld,niet in de pensioensgrondslag zouden zijn opgenomen. d,"kostwinner":hij wiens normale inkomsten tenminste 2/3 deel vormen van de totale inkomsten,waaronder begrepen uitkeringen ingevolge sociale verze keringen van het gezin,waart#e hij behoort. 2.Voor de toepassing van deze verordening wordt onder ontslag mede verstaan: beëindiging ener dianatbetro^ckina- op arb'H'deoveivunJomst 'naar burgerlijk recht door het bevo^t gezag. No.Vl/8054;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 581