GEMEENTE BREDA Volgno^^der agenda.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bijlagen 1951
No.173
9 Mei 1951
Vl/8080
Schrijven van Burgemeester en Wethouders inzake
de regeling betreffende de toekenning van tege
moetkomingen in de kosten van opleiding.
Ook nadat bij Uw besluit van 20 Februari 1951 de bovenbedoelde regeling,wel
ke door Uw Raad op 20 November 1950 was vastgesteld,\?as gewijzigd,in die zin,dat
geen tegemoetkoming zou worden verleend in examengelden en de kosten voor leer-
en hulpmiddelen,werd hierop nog geen instemming verkregen van de Gedeputeerde Sta
ten van Noord-Brabant.
Dezen hebben ons - mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken - nader
medeged.eeld,dat het wenselijk wordt geacht,dat in de uitvoeringsregelen,welke ons
Ooilege krachtens artikel 4 van bedoelde verordening kan vaststellen,nog een aan
tal bepalingen worden opgenomen,welke in de model-rege ling van het Centraal Orgaan
inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden
voorkomen.
Ofschoon wij bij het in de gemeentelijke verordening gekozen systeem van in
dividuele beoordeling van elke aanvrage tot een tegemoetkoming in studiekosten en
de daaraan verbonden mogelijkheid bij elke verlening van een tegemoetkoming bij
zondere voorwaarden te verbinden,niet direct behoefte gevoelden deze regelen vast
te stellen,zijn wij voornemens aan het verzoek van Gedeputeerde Staten tegemoet
te komen,vooral omdat de instemming op bedoelde verordening anders in ieder geval
niet spoedig te verwachten zou zijn,terwijl het ons bekend is,dat het personeel
naar de uitvoering dezer regeling uitziet.
In deze door ons College vast te stellen regelen zal ook een bepaling dienen
v or te komen,dat behoudens een door ons College te verlenen ontheffing terzake
de genoten tegemoetkomingen moeten worden terugbetaald,indien belanghebbende voor
het einde van de opleiding,waarvoor de tegemoetkoming is verleend of binnen drie
jaren na het behalen van het voor deze opleiding geldende diploma op eigen verzoek
of ten gevolge van aan hem zelf te wijten omstandigheden uit gemeentedienst wordt
ontslagen,
In ons voorstel van 4 October 1950,No.Vl/l4386,Bijlagen 1950,no.345,merkten
wij op,dat wij op grond van sociale overwegingen ervan hadden afgezien uitdrukke
lijk een bepaling op te nemen,waardoor zij,aan wie een studietoelage werd verleend,
voor enkele jaren op straffe van terugbetaling van de genoten tegemoetkoming aan
de gemeente zouden worden gebonden.
Ofschoon wij ook thans nog bezwaar hebben tegen een dergelijke bepaling zijn
wij - gezien het groter belang,nl.de instemming op de verordening - bereid deze
op te nemen,te meer daar een aan ons College toekomende bevoegdheid kan worden op
genomen ontheffing te verlenen van de verplichting tot terugbetaling. 3