GEMEENTE BREDA AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Volgno,8 der agenda. Bijlagen 1951 No,178 9 Mei 1951 v/7402 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een wijzigingsovereenkomst met het Rijk inzake de bijdrage in de kosten van aanleg der parallelwegen" langs de J.W.Fris.cpLaan, 'K Op 11/16 April 1935 werd tussen de Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswater staat in de directie Noord-Brabant te s-Hertogenbosch,handelende namens het Rijk en deze gemeente, een overeenkomst gesloten betreffende de aanleg van een rondweg om de bebouwde kom van de gemeente Breda. In deze overeenkomst is ook geregeld de verdeling der kosten van de verschillen de werken,welke met de aanleg van de rondweg verband houden,Zo is b.v.in artikel 4, sub i,bepaald,dat door het Rijk in de kosten van verharding der parallelwegen langs de onderhavige rijksweg een bijdrage van 5,— per ml wordt verleend. Dit bedrag is uiteraard gebaseerd op de destijds geldende lonen en materiaal- prijzen,zodat de bijdrage bij het huidige kostenpeil aanmerkelijk te laag ligt. In het kader van de betreffende overeenkomst is voor 1940 een gedeelte ter lengte van 250 M van de zuidelijke parallelweg van de J.W.Prisolaan aangelegd, terwijl in 1947 en 1948 de resterende gedeelten met een lengte van totaal 175 M. zijn gereedgekomen.Hierbij is gebleken,dat de kosten,vergeleken bij vóór 1940, ongeveer 4 maal zo hoog lagen. Verder is onlangs ook aangelegd de noordelijke parallelweg van de betreffende 1 vin,waarvoor de toegekende bijdrage van 5,per ml eveneens in een onjuiste verhouding tot de werkelijke kosten staat. In een en ander vonden wij aanleiding om aan de Rijkswaterstaat te verzoeken te willen bevorderen,dat de bijdrage van het Rijk evenredig zou worden verhoogd; zulks heeft tot resultaat geleid.Door de HoofdLriggnieur te Breda is nl.onlangs medegedeeld,dat de Minister van Verkeer en Waterstaat bereid is de bijdrage in de kosten van de na 1946 aangelegde gedeelten van de parallelwegen der J.W.Frisolaan te verhogen van ƒ5,tot 12,50. Hoewel deze verhoging met het oog op de relatief grotere stijging van de kosten volkomen bevredigt,menen wij toch,dat het goed is hiermede accoord te gaan,op de eerste plaats omdat de gemeente,gelet op de bestaande overeenkomst,niet een zeker recht op een hogere bijdrage kan doen gelden,doch voorts ook omdat verder aandrin gen niet bevorderlijk zou zijn voor de aangename verhouding tussen de Rijkswater staat en het gemeentebestuur. De verhoging der bijdrage behoort te worden vastgelegd in een overeenkomst tot wijziging van die,welke in April 1935 is aangegaan.Een concept van deze wijzi- gings-overeenkomst gelieve U hierbij aon te treffen. ij nebben mitsdien de eer Uwe Rand vmr te stellen tot het aangaan van dezo wijzi'-'ingsovereenkomst volgens het voorliggende concept te willen besluiten. Burgemeester en "wethouders Van Breda; De Secretaris, van ffoensel. De Burgemeester, van Haperen.(lo. 10.000-' 51

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1951 | | pagina 609