GEMEENTE BREDA
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
1 Yolgcof32 der agenda.
Bijlagen 1951
No.202
9 Mri 1951
Vl/8056
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging van het Ambtenaren-en Werklieden
reglement en tot vaststelling van een lacht-
geldverordening.
Znwel in verband met ons voorstel tot het vaststellen van een Tijdelijke
Uitkeringsverordening 1951,alsmede met het oog op het feit,dat wegens reorga
nisatie van het Gasbedrijf personeel op wachtgeld zal worden gesteld,is nage
gaan in hoeverre de in het Ambtenaren-en Werkliedenreglement voor het perso
neel in ambtelijk dienstverband getroffen wachtgëldvoorziening aanvulling
of wijziging behoeft.
Toen ons bleek,dat zulks op een aantal punten wenselijk was,besloten wij
deze gelegenheid te gebruiken om U voor te stellen de in genoemde reglementen
voorkomende wachtgeldvoorzieningen in een afzonderlijke verordening te rege
len,gelijk zulks ook in andere rechtspositieregelingen veelal gebruikelijk is
en hetgeen ook gevoeglijk kan geschieden,dosr de bepalingen over deze materie,
in beide reglementen voorkomende,aan elkander gelijk zijn,
In de genoemde reglementen kan dan worden volstaan met een verwijzing
naar de afzonderlijke verordening.
Daarnaast stellen wij U voor in deze reglementen te voorzien in een iets
ruimere mogelijkheid tot het geven van ontslag,gevolgd door op wachtgeldstel
ling,waardoor het ambtenarenapparaat in overeenstemming kan worden gehouden
met de soms wisselende omvang van de gemeentelijke bemoeienis(wijziging art,
96 Ambtenarenreglement en art,62 Werkliedenreglement),
Bij het opstellen van de wachtgeldverordening is-voor zoveel,dat wenselijk
en nodig was-het Wachtgeldbesluit,geldende voor de burgerlijke rijksambtenaren,
gevolgd:voor zover de thans voorgestelde regeling afwijkt van de bestaande
wachtgeldvoorzieningen,wordt dit dan ook veroorzaakt do^r een verdere aanpas
sing van de gemeentelijke-aan de rijksregeling.
De voornaamste wijzigingen betreffen de volgende punten;
a)regeling van het wachtgeld,voor hem,wie ontslag is verleend uit een neven
betrekking;
b)nadere definiëring van het begrip"diensttijd"
c)de mogelijkheid van het opschorten van het wachtgeld gedurende de periode,
dat recht bestaat op een ziekengeld uit hoofde van het ambtelijk dienstver
band en gedurende de periode,dat de wachtgelder zich in militaire dienst be
vindt,Wij tekenen hierbij aan,dat door deze eerste mogelijkheid wordt voor
uitgelopen op een in voorbereiding zijnde nieuwe wijziging van de aanspraken
bij ziekte voor het ambtelijk personeel,analoog aan een verandering,welke in
het Rijksambtenarenreglement op dit punt tót stand kwam;
d)een gewijzigde regeling van de kortingen,welke op het wachtgeld worden toe
gepast,indien de wachtgelder zich inkomsten uit arbeid of bedrijf weet te
verwerven;
e)het toekennen van een uitkering bij overlijden van een wachtgelder.
In de nieuw voorgestelde verordening wordt slechts gesproken over"amb-
tenaren".Uiteraard dienen hier tevens onder te worden begrepen de werklieden
in ambtelijk dienstverband.Hierin wordt voorzien door het bepaalde onder IV
JL ao.ooo-'so van bijgevoegd ontwerp-besluit.