GEMEENTE BREDA
f
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Volgno.35 cler agenda
9 Januari 1951
Vl/l6778
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wij
ziging van artikel 51 van het Ambtenarenreglement
en artikel 2, 3e lid van het Werkliedenreglement.
Het voornemen bestaat het Ambtenaren- en Werkliedenreglement geheel te
herzien. Hangende deze herziening, achten wij het raadzaam in beide regle
menten de verder aan te brengen wijzigingen zo veel mogelijk te beperken.
Op een punt komt ons thans een wijziging toch wel gewenst voor, n.l. de
wijze waarop het personeel met de voor hun geldende rechtspositieregelingen
en de wijzigingen daarin in kennis wordt gesteld.
In artikel 2, 3e lid, van het Werkliedenreglement is te dien aanzien
bepaald, dat een exemplaar van het reglement en de bijzondere voorschriften
voor een tak van dienst voor alle werklieden van die diensttak ter lezing
aanwezig moeten zijn op een door ons College aan te wijzen plaats:
een wel zeer summiere regeling van deze aangelegenheid.
Artikel 51 van het Ambtenarenreglement schrijft voor, dat iedere ambte
naar eenmaal kosteloos ir. het bezit wordt gesteld van dat reglement en van
alle andere regelingen, welke voor zijn rechten en verplichtingen van belang
zijn, alsmede van alle daarin aan te brengen wijzigingen. Aan deze bepaling
wordt niet de hand gehouden en bovendien wordt van de uitreiking van die
regelingen nimmer aantekening gehouden. Moeilijkheden zouden kunnen ontstaan,
indien een ambtenaar in enig geding voor de Ambtenarenrechter zou stellen
(terecht of ten onrechte, doch nimmer door de gemeente te weerleggen), dat
hij niet in het bezit van die regelingen is gesteld.
Eat aan bedoelde bepaling niet de hand wordt gehouden, vindt - naar onze
mening - zijn oorzaak in de moeilijke uitvoerbaarheid van deze regeling.
Een hiermede overeenkomstige bepaling treffen we ten aanzien van de z.g. be-
drijfsreglementen aan in artikel 1637j van het Burgerlijk Wetboek, van welke
bepaling het evenzeer bekend is, dat zij als regel een dode letter is geble
ven.
Wij menen, dat een beter uitvoerbare en tevens sociaal verantwoorde re
geling ten aanzien van de hierbedoelde bekendmaking van de rechtspositie
voorschriften van het personeel wordt bereikt, indien:
a) die reglementen ter inzage worden gehouden op door ons aan te wijzen
plaatsen bij elke dienst afzonderlijk.
b) het wijzigen of aanvullen van die reglementen op een door ons vastgestelde
wijze aan het personeel bekend wordt gemaakt.
c) het personeel - op _eigen. verzoek - eenmaal kosteloos een exemplaar van
zijn rechtspositieregeling en van de andere hierboven bedoelde regelingen
ter beschikking wordt gesteld.
Bijlagen 1951
No. 31