Bij volgno. 8 der agenda - 5 -
Artikel 6
Het aantal lesuren, dat voor de berekening van het salaris van een vakleer
kracht in vaste dienst in aanmerking komt, daalt - tenzij het hem(haar) opgedra
gen aantal lesuren op eigen verzoek is verminderd - zonder zijn (haar) toestem
ming niet beneden het hoogste minimum aantal lesuren door hem (haar) in enig vier
achtereenvolgende cursusjaren omvattend tijdvak gegeven bij het openbaar lager
onderwijs in de gemeente Breda, met dien verstande, dat indien hij (zij) geduren
de enig volgend tijdvak van vier aohtereenvolgende schooljaren minder dan drie
vierde gedeelte van dit aantal lesuren heeft gegeven, zijn/haar salaris met in
gang van het daarop volgende cursusjaar wordt berekend naar een aantal lesuren
gelijk aan vier-derde maal het werkelijk gegeven aantal lesuren, doch naar maxi
maal het aanvankelijk hoogste minimum aantal lesuren. De garantie wordt niet
voor meer dan 26 lesuren verleend.
De garantie verplicht de leerkrachten tot het geven van het aantal lesuren,
waarvoor zij geldt.
Indien de aanstelling in vaste dienst van een vakleerkracht aansluit aan
een tijdelijke aanstelling bij het openbaar lager onderwijs in Breda, kunnen
burgemeester en wethouders, indien zij daarvoor termen aanwezig achten, het
tijdvak van vier achtereenvolgende schooljaren bedoeld in het eerste lid,doen
ingaan op een datum vóór de ingang van de aanstelling in vaste dienst.
Wanneer een leerkracht, die een garantie, als hiervoor bedoeld,heeft ver
kregen (een) andere betrekking(en) naast die waarvoor de garantie geldt, aanvaardt,
wordt de garantie door burgemeester en wethouders met inachtneming van de nieuwe
omstandigheden herzien,
Artikel 7
Op de vakleerkrachten zijn van toepassing de voorschriften van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 30,4e lid, der Lager Onderwijswet 1920,
met uitzondering van de bepalingen, die op een besluit of een regeling de goed
keuring vande Minister van OnderwijsKunsten en Wetenschappen eisen.
Artikel 8
Voorzover niet het tegendeel blijkt, gelden de bepalingen van de voorgaande
artikelen zowel voor de vakleerkrachten in vaste als voor de vakleerkrachten in
tijdelijke dienst»
Artikel 9
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 Januari 1948,
Met ingang van dezelfde datum wordt de "Verordening,regelende de bezoldiging "van
de vakleraar in de lichamelijke oefeningen aan de openbare u,l,o-school" vast
gesteld op 14 September 1948,(gemeenteblad nr.1108) geacht te zijn vervallen.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente
Breda in zijn openbare vergadering van
13 Juni 1951
De Raad voornoemd
De Secretaris De Voorzitter