Bij volgno.39 der agenda
De Raad der gemeente Breda
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders, d.d«9 Januari 1951
no.Vl/426 j gehoord de commissie van overleg voor ambtena
renzaken en de centrale commissie van overleg voor de werklieden
Besluit:
vast te stellen de volgende
tijdelijke regeling inzake ziektekostenver
zekering gemeente - personeel
Artikel 1,
1. Deze verordening verstaat onder ambtenaar
a) degene, die in vaste, tijdelijke of voorlopige dienst is aangesteld,
overeenkomstig het bepaalde in het Ambtenarenreglement (gem.bl.856)
of het Werkliedenreglement 1954
b) degene, die bij deze gemeente te werk is gesteld op arbeidsover
eenkomst in de zin van artikel 1637a van het Burgerlijk Wetboek,
voor zo ver zijn salaris ligt boven het in artikel 1, onder c, der
Ziektewet genoemde bedrag.
2. Vcor de toepassing van deze verordening wordt niet als ambtenaar be
schouwd
a) hij, die in dienst is bij de politie of het onderwijs
b) hij, wiens werkzaamheden in gemeentedienst naar het oordeel van
Burgemeester en V/ethouders een bijkomstig karakter dragen
Artikel 2.
De ambtenaar heeft aanspraak op vergoeding van de helft van het bedrag,
dat hij, per kalenderjaar, heeft betaald voor de verzekering tegen de
kosten van geneeskundige verzorging bij ziekte en/cf ongeval vcor zich of
voor zich en voor degenen wier kostwinner hij is, tot een maximum van
ƒ.50.-.
Artikel 3
De ambtenaar heeft, indien hij naar het oordeel van Burgemeester en Wet
houders op aanncme-lijke gronden geen verzekering heeft gesloten, aan
spraak op vergoeding van de helft van de kosten, welke hij per kalender
jaar aan geneeskundige verzorging bij ziekte en/of ongeval voor zich of
voor zich en voor degenen wier kostwinner hij is heeft gemaakt, tot een
maximum van ƒ.50--.
Artikel 4.
Burgemeester en V/ethouders kunnen nadere voorschriften geven ter uitvoe
ring van deze verordening
Artikel 5.
1. Deze verordening treedt in werking op 1 Juli 195C
2. Hierbij wordt ingetrokken de regeling te dezer zake, vastgesteld bij
raadsbesluit van 28 Juli 1950, en wel met ingang van 1 Juli 1950
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van de Raad van
voorzitter
secretaris