GEMEENTE BREDA Bijlagen 1951
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Volgno. 3 der agenda,
Wo.261
18 Juli 1951
1/9567
Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende
een overeenkomst tussen Staat en Gemeente (K.M. A.~
contracten)
Een voorstel aan Uw College om te beslissen over de vier z.g.K.M.A,-
akten willen wij inleiden met te herinneren aan de geruchten,welke in het
najaaz- van 1947 de ronde deden en niet ongegrond Tileken te zijn,dat de Ko
ninklijke Militaire Academie niet meer in Breda zou terugkeren,Behalve een
23-tal verenigingen,welke,zich op 2 November 1947 met een request tot de
Minister van Oorlog wendden,vroeg ook ons college zich ernstig af wat het
belang van Breda eiste.
De Minister van Oorlog bleek toen bereid de Koninklijke Militaire Aca
demie opnieuw in Breda te vestigen,indien er enige voorzieningen konden wor-
den getroffen,welke hij voor een dergelijke inrichting in deze tijd noodzake
lijk achtte.
In Uwe vergaderingen van 23 en 30 Maart 1948 besloot U na uitvoerige
beraadslagingen een overeenkomst met de Staat goed te keuren,op grond waar
van Breda de Koninklijke Militaire Academie zou behouden en de Staat-, 1,8 ha.
van het Valkenberg alsmede een ingang aan de Kraanstraat ten behoeve van het
Kasteel zou verwerven.Iegelijkertijd verkreeg de gemeente een verbinding' voor
4 voetgangers en fietsers tussen het Valkenberg en het Kasteelplein,terwijl
in deze overeenkomst tevens een ruil van ruim 3 ha.van de Gasthuisvelden
tegen 3.3.ha.achter het Brabantpark was opgenomen,Uw besluit van 30 Maart
1948 hield verder in,dat aan de Minister zou worden medegedeeld,dat dit
raadsbesluit was genomen in het volste vertrouwen,dat de Minister alsnog
de mogelijkheid zou overwegen in plaats va.n een gedeelte van het Valken
berg met 10 h.a.sportterrein elders genoegen te nemen.
Dit vertrouwen werd geenszins beschaamd.Kort vóór de officiële opening
van de Koninklijke Militaire Academie op 16 Juni 1949 deelde de Minister
van Oorlog ons zijn beslissing mede,welke in een kort daarop ontvangen
schrijven nog werd bevestigd.
De voorwaarden,waartegen het Valkenberg voor de gemeente kon worden
behouden waren:de gemeente zou een paar percelen van het Kasteelplein moe
ten leveren,de kosten dragen van de aanleg van een sportcomplex,medewerking
verlenen aan de eventuele stichting van een •fficiersverblijf,het Valkenberg
enkele keren per jaar ter beschikking van de Koninklijke Militaire Academie
stellen en medewerking verlenen aan de huisvesting van enige officieren,
een en ander,zoals is uitgewerkt in de akte,welke thans als "bijlage A" is
gekenmerkt.
Reeds eerder-in 1948-bleek de Minister van Oorlog gehoor te willen
geven aan de dringende wensen der gemeente om een weg over het Ghassóeter-
rein alg verbinding tussen het centrum en de oostelijke wijken der stad