Gemeentebestuur van Bred a.~
Aan:de Baad der gemeente
te: Br e d a.-
Breda,17 Januari 1951
Als bijlage dezes leggen wij U over een exemplaar van de staat,vermeldende de
verdeling van het bouwvolume voor het jaar 1951,zoals deze in onze aanvankelij
ke bedoeling ligt.
Wij stellen er prijs op U van deze voorlopige richtlijnen kennis te geven
en eventueel met IJ daarover van gedachten te wisselen in een besloten raadsver
gadering omdat wij van mening zijn.dat Uw besluit om de particuliere woningbouw
onder bepaalde restricties vrij te geven wat betreft de bevoegdheden van het
Woningnoodbureau dit wel enigermate medebrengt.
Zoals U wellicht bekend zal zijn is het bouwvolume voor Breda voor de jaren
1951 1959 en 1953 vastgesteld op 731 woningen.In bijgaande staat is het volume
voor 1951,op een reserve van 5 woningen na,verdeeld,terwijl het volume van 1952
en 1953 met deze toewijzingen nog niet is uitgeput.In de genoemde 731 woningen
zijn voor elk der 3 jaren begrepen 85 woningen voor beroepsmilitairen,3 woningen
voor de Nederlandse Spoorwegen,1 voor ontruiming in verband met wegverbeteringen
en 4 voor het opnemen van evacué's.In elk dezer jaren zijn derhalve 93 woningen
aan de vrije beschikking der gemeente onttrokken,zodat dus practisch 638 woningen
te verdelen zijn.Zoals U uit de staat zal blijken zijn er 300 woningen voor bouw
door de gemeente gereserveerd.Uw beslissing ten aanzien van particuliere woning
bouw impliceert vermoedelijk wel,dat de 93 woningen hierbovengenoemd uit de 300
woningen van de gemeente worden geput,zodat bij deze opzet in beginsel 207 wonin
gen ter vrije beschikking van het Woningnoodbureau komen.Het is uiteraard goed
mogelijk,dat gezien de restricties die Uw Raad aan de vrije beschikking terzake
van particuliere woningbouw heeft gesteld,een goed deel van deze particuliere
Tiouw eveneens ter beschikking van het Woningnoodbureau komt,aangezien niet te
verwachten is,dat het de particuliere bouwers zal gelukken alle woningen onder
de nieuwe regeling te doen vallen.Met name zal dit minder het geval zijn waar
het arbeiderswoningen betreft.
Teneinde U een overzicht te geven hoeveel arbeiderswoningen in bijgaande
verdeling van bouwvolume zijn begrepen zijn de complexen van woningen,die naar
enze mening onder dit begrip zijn te rangschikken in de staat aangekruistwaar
bij moet worden vooropgesteld,dat hierbij meer op de ligging dan op de indeling
der woningen is gelet.Uit deze aankruising blijkt,dat van de 638 woningen,die ter
vrije verdeling resten,er 385 arbeiderswoningen zijn,te weten 207 van de gemeen
te en 178,die door particulieren worden gebouwd.
Wij menen U met deze toelichting een inzicht te hebben gegeven in de komen
de situatie en wij menen U te mogen verzoeken deze stukken blijvend als strikt
vertrouwelijk te willeh beschouwen.
Burgemeester en Wethouders van Breda
van Houten
van Woensel
burgemeester-lo
secretaris