Bij volgnr 46 der a~enda
Ontwerp Gemeenschappelijke regeling.
De raden van de gemeenten Breda, Chaam, Etten c a ,Nieuw-Ginneken, Prinsen
beek, Rijebergen, Terheyden, Teteringen en Zundert;
Gelet op de Vleeskeuringswet (Stbl.1919, no,524) en op de wet gemeenschap
pelijke regelingen:
Besluiten:
de navolgende gemeenschappelijke regeling te treffen voor de Keuring van Vee en
Vlees als bedoeld in de Vleeskeuringswei (stbl. 19-19, no.524);
Algemene Bepalingen,
Artikel 1.
1.De Gemeente Ereda, Chaam, Etten c.a., Nieuw-Ginneken, Prinsenbeek, Rijsbergen,
Terheyden, Teteringen en Zundert vormen voor de uitvoering van de Vleeskeurings-
wet (Stbl.1919 no.524) gezamenlijk een keuringsdienst, welke de naam draagt "Keu
ringsdienst voor de Vleeskeuringskring Breda".
2.De gemeente Breda wordt aangewezen als centrale gemeente, als bedoeld in art.20,
lid 3, van de Vleeskeuringswet (Stbl.1919, no.524).
3.De overige gemeenten worden aangeduid als kringgemeenten.
Artikel 2,
1.De vleeskeuring in de tot de Vleeskeuringskring Breda behorende gemeenten wordt,
onder de bevelen van het gemeentebestuur van Breda, uitgeoefend door het perso
neel van de keuringsdienst voor vee en vlees van die gemeente.
2.Het keuringspersoneel - met uitzondering van het hoofd - kan, zo het belang van
de dienst het eist of er ziel" niet tegen verzet, woonplaats hebben buiten de ge
meente Breda, doch niet in een gemeente geen kringgemeente zijnde.
Artikel 3.
Waar het gebrui' van een laboratorium is voorgeschreven, wordt daarvoor aange
wezen het laboratorium van het openbaar slachthuis te Breda.
Artikel 4.
1.De kringgemeenten verbinden zich de verordeningen op de keuring van vee en vlees,
bedoeld in art.20, lid 1, van de Vleeskeuringswet (S 1919, no.524) vast te stel
len gelijkluidend aan die, welke door Gedeputeerde Staten voor de centrale gemeen
te is goedgekeurd met dien verstande echter, dat de Raad van een kringgemeente
indien - zulks overeenkomstig het oordeel van de Commissie, bedoeld in art. 10
van deze gemeenschappelijke regeling - bijzondere plaatselijke omstandigheden
noodzakelijk maken, bevoegd is een of meer var de verordeningen vin de centrale
gemeente afwijkende of daaron aanvullende bepalingen in de verordening van zijn
gemeente op te nemen,
2.Elke kringgemeente is verplicht een verordening vast te stellen, als bedoeld in
art. 26 van de Vleeskeuringswet, waarin wordt bepaald, dat het, behoudens in die
gevallen, waarin daaromtrent goedkeuring van de Commissie, als bedoeld in art.10,
wordt verkregen, verboden is slachterijen, vilderijen of penserijen op te richten
te hebben of te gebruiken, met uitzondering voor die inrichtingen die reeds op
het ogenblik van inwerkingtreding van deze regeling als zodanig in gebruik waren
Onder oprichten wordt niet versta.an het verplaatsen, vernieuwen, uitbreiden of
verbouwen van laatstbedoelde inrichtingen, mits hierdoor het karakter daarvan
niet wordt gewijzigd.
Voorde toepassing van de voorgaande leden wordt niet als slachterijen be
schouwd het pc-rceel, waarin geslacht wordt uitsluitend voor huiselijk gebruik als
bedoeld in art. 6a van de Vleeskeuringswet (S.1919 no.524)