Bij volgno. 4-7 der agofcda. Artikel 10 Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de uitvoering der bepalingen van artikel 4-, voorlaatste alinea, artikel 5,eerste en derde alinea artikel 6 en artikel 6 vierde alinea op te dragen aan de directeur van het openbaar slachthuis. Door de belanghebbende kan tegen de uitvoering van deze bepaling door de direc teur schriftelijk beroep worden ingesteld bij Burgemeester en Wethouders,die daar-op binnen een week beslissen.Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd hunne beslissing voor ten hoogste tweemaaltelkens voor ten hoogste twee weken te verdagen. Hangende hot beroep,blijft de regeling of het besluit van de directeur van kracht Artikel 11 Onder kalf wordt verstaan een rund hetwelk nog alle kalvertanden bezit. Onder nuchter kalf wordt verstaan een rund,waarbij de navelstreng nog niet is afgevallen. Artikel 12 De invordering der rechten geschiedt door de ambtenaar,die ingevolge de krachtens artikel 122 der Gemeentewet vastgestelde verordening regelende hot geldelijk be heer van hot openbaar slachthuisis belast met de invordering van de inkomsten cn het doen der uitgaven van het bedrijf. Artikel 13 Hij tekent de ontvangsten aan in zodanige registers als hem door Burgemeester en Wethouders worden aangewezen en geeft een bewijs voor gedane betaling of naar het door hen vastgestelde model. Art.ikel 14 Deze verordening treedt in werking 1 September 1952.Alsdan vervalt do verordening op do heffing van rechten voor hot openbaar slachthuis,vastgesteld op 11 October 1951gewijzigd bij raadsbesliiit van 12 December 1951 en van 23 Juli 1952. De Raad voornoemd; burgemeester secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1041