GEMEENTE BREDA No.349 9 Augustus 1952 No.V/i0222 Prae-advics van Burgemeester en Wethouders op een verzoek van het Bestuur van het Vacantie-Kinderwerk in Breda om verhoging van het gemeentelijk subsidie. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. In bijgaand schrijven van 10 Juni j.l. verzoekt het Bestuur van het Vacantie- Kinderwerk in Breda om verhoging van het gemeentelijk subsidie tot een bedrag van ƒ.0,30 per kind en per dag. Zowel in het verzoek als in de toelichtende bescheiden zijn de redenen,waarop de gevraagde verhoging is gebaseérd, aangegeven. Wij mogen daarnaar verwijzen, onder vermelding, dat bij een aantal deelnemende kinderen van 3000 het gevraagde subsidie voor 8 vacantiewerkdagen 8 x 3000 x ƒ.0,30 ƒ.7200.- zou gaan bedragen. Zoals Uwe Raad bekend, geniet dit werk de laatste jaren een subsidie van ƒ.900.- per jaar, hetwelk is begrepen in het op volgnummer 694 der begroting uitgetrokken bedrag van ƒ.8000.- voor subsidie aan het jeugdwerk. Reeds bij eerste kennisneming van het verzoek achtten wij een subsidie-verhoging van een dergelijke omvang beslist niet verantwoord, doch kon ons College wel met een meer bescheiden verho ging instemmen.. Na bespreking van het verzoek in de subsidie-commissie uit Uwe Raad, waarbij men tot vrijwel dezelfde conclusie kwam en overigens de mogelijkheid van enkele wijzigin gen in de organisatie van het werk onder het oog werd gezien, werd onzerzijds nog mondeling overleg met het Bestuur gepleegd. Zulks heeft geleid tot het overleggen van een nadere toelichting op de begroting van het werk voor het jaar 1952, waarin tevens opgenomen een vergelijking met de uit gaven volgens het verslag 1951. Aan de hand daarvan menen wij te mogen vaststellen, dat de beste verantwoording voor eo:i verhoogd subsidie is gelegen in de nieuwe raming op post 12 ten bedrage van ƒ.1918.- voor vergoedingen aan leiders en leidsters. In hoofdzaak hangt immers het slagen van het werk af van het niveau en de toewijding van het leiderscorps. De vor ming van dit corps zal verder ook voor de komende jaren belangrijk nut afwerpen,ook wanneer het werk zich meer op Breda zou oriënteren. Het wil ons namelijk voorkomen, dat er naar gestreefd zou moeten worden om de kinderen dichterbij, dus in en rond Breda bezig te houden hetgeen tot aanzienlijk minder kosten zou leiden. Ook de grote reizen, welke de Nederlandse Spoorwegen als voorwaarde stellen voor de reizen naar Dorst, zouden dan mogelijk kunnen vervallen. Hieromtrent zullen wij in de loop van het komende jaar nog overleg plegen met het Be stuur van het werk. ■^enverhoging van het subsidie tot maximaal ƒ.1900.- voor het jaar 1952 zou dus hieruit voortvloeien, doch nu in de geraamde ƒ,1918.- volgens de toelichting op de begroting een bedrag van ƒ.1320.- voor salarissen is begrepen, lijkt het ons beter R.No.2.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1169