GEMEENTE BREDA AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. C Vol no. 37 der agenda Bijlagen 1954 no. 386 10 September 1952 1/11037 Voorstel inzake bouwplicht rustend op een terrein nabij de Veilingkc.de in erfpacnt uitge< even r.an de fa. Roll' Hl De fa. Rollé heeft toestemming gevraagd om het erfpachtsrecht op twee van de drie aan haar in erfpacht uitgegeven terreinen te mogen overdragen aan de Gebrs A> en J. Gooskens te Hcogeloon. Het betreft hier de percelen Gemeente Breda sectie 0. no. 1327, 1323, 1326 (ged.) en 1372 (ged.) gelegen aan de Veilin^ade. Zie- de in de leeskamer ter visie gelegde tekening. In de erfpachtsvoorwaarden voor hot perceel C 1326 (ged.) (raadsbesluit van 16 Mei 195l) is de bepaling opgenomen, dat Erfpachter de grond moet gebruiken voor de bouw van een kistenfabriek, waarvan do bouw voltooid moet zijn binnen drie jaar, na dat de notariële akte waarbij het erfpachtsrecht wordt gevestigd, is verleden. In de erfpachtsvoorwaarden voor de percelen 1327 en 1328 (oud no. 1294 ged.) is bij raads besluit van 16 Juni 1948 de verplichting opgelegd om de grond te gebruiken voor de' bouw v n een houtzagerij on een bij het bedrijf behorend woonhuiswaarvan de bouw moest zijn voltooid op .1 Juli 1951. Aan deze verplichting is voldaan. De Gebrs. Gooskens willen echter de houtzagerij gebruiken als kistenfabriek en het perceel 1326 als open-opslagplaats voor hout. Zij hebben voor nun handel in zacht hout een open ruimte nodig om het hout te drogen. In verband hiermede vragen zij toestemming om de houtzagerij als kistenfabriek, te mogen gebruiken en verzoe nen zij voorts ontslagen te worden van de verplichting het perceel 1326 met een kistenfabriek te bebouwen. Onzes inziens bestaat tegen inwilliging van de hiervoor omschreven verzoeken geen bezwaar. De toestemming tot overdracht van het erfpachtsrecht en tot wijzi ging van a GIM' ming van de houtzagerij, wordt op grond van de erfpaehtsvoor« r- den door ons College gegeven. De bevoegdheid om de erfpachter van de verplichting tot bouwen te ontslaan berust echter bij Uw College. Wij stellen Uw Raad voor het verzoek in te willigen, doch als voorwaarde te stellen, dat net betrokken terrein --ls opslagplaats voor hout moet worden gebruikt. De Bouwcommissie gunt met dit voorstel accoord. Burgemeester en Wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van 'Woensel secretaris. R.No.2.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1277