GEMEENTE BREDA ter ageMa
Bijlagen 1952
No.394
10 September 1952
V/15392
Scnrijven va Burgemeester er_ Wethouders be
treffende electrificatie onrendabele gebieden.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In de raadsvergadering van 16 April j.l. is bovenvermeld onderwerp ter spreke
gekomen waarbij ons College is verzocht de kwestie van de betaling van aansluitings
kosten door belanghebbenden, nogmaals te willen bezien en van dit beraad verslag
te doen aan Uv Raad.
In verband hiermede mogen wij U het volgende berichten:
De Electriciteitsverordening (Gemeenteblad no. 777) bepaalt in artikel 5,
2o en Je lid, dat de aanlegkosten van de aansluitkabel tot 3 H. binnen de gevel
van het perceel of wanneer levering over ton erf wordt verlangd, tot 3 li. ovur
de grond van het erf, benevens die van de daarbij behorende toestellen, voor zover
deze kosten een bedrag van zestig gulden niet te boven gaan, door de gemeente wor
den gedragen. Indien de kosten meer bedragen dan zestig gulden of de aansluitka-
bel langer is dan nierboven bedoeld, worden de meerdere kosten of de kosten voor
het langere gedeelte aan de aanvrager in rekening gebracht.
nis aanvulling op deze bepalingen heeft Uw College, bij de behandeling van
net plan tot electrificatie van onrendabele gebieden in ae raadsvergadering van
11 October 1950, ten aanzien van de betaling der uit bovenaangehaalde regelen
voortvloeiende kosten van aansluiting in ae-ze gebieden besloten als volgt:
1. de ten laste van belanghebbenden blijvende aansluitingskosten, voor zover
j. 2p0.- te ooven gaande, mogen worden betaald in ten hoogste 30 jaarlijkse
termijnen, ne tsij op annulteitsbasis, hetzij bij gelijke jaarlijkse aflossings
bedragen;
2. Voor dc nog uitstaande Schuld wordt 3t rente 's jaars berekend;
3» De aanslui tingskosten van 250.- en minder moeten in een bedrag voor de tot
standkoming der aansluiting worden betaald;
4. Deze betalingswijze gelat alleen ten aanzien van verbruikers wier maximale
aaisluitwaarde 5 K. niet te ooven gaat.
In de raadsvergadering var. 16 April j.i. is tot uiting gebracht, dat de
-igoulijk bij zijn beslissing omtrent de financieringswijze van de electri
ficatie der onrendabele gebieden een verkeerde weg zou zijn ingegaan. Betreurd
werd, dat de bewoners der onrendabele gebieden, in vergelijking tot andere bur
gers der stad, veel te veel betalen, terwijl dit lot een aantal gezinnen treft
voor wie de kosten practised niet zijn op te brengen.
R.No.2.