-^ij volgno.45 der agenda -2- In verband hiermede is de suggestie gedaan om de bewoners van een bepaalde buurt schap gelijkelijk in de kosten van aansluiting aan te slaan. hoewel de beweegredenen,die tot de bovenaangehaalde uitingen leidden ons sym pathiek zijn, menen wij toch, dat tegen uitvoering van de geopperde oplossing in net algemeen en vooral in het huidig stadium van uitvoering der plannen practisciie en principiële bezwaren bestaan, hetgeen wij uier nader mogen toelichten. het voorzien van de inwoners van electriciteit is te beschouwen als een be langrijke taaie van de gemeente, omdat electriciteit een economisch goed is, dat zowel voor licht- en als voor krachtdoeleinden in een grote behoefte kan voorzien. Het is echter naar onze mening niet zó, dat het brengen van electriciteit in iedere woning en in elk bedrijf uoor en op kosten van de gemeenschap een economische en/of sociale noodzaak is; slechts kan nier sprake zijn van een wenselijkheid. Bij de beoordeling van de vraag of aan deze wense-lijkheid moet worden voldaan en, zo ja, in welke mate is net afwegen van deze wenselijkheid tegenover het fi nancieel -economische noodzakelijk. Het aansluiten van één woning asm het electrische net, waaraan zoveel materiaal e.d. moet worden besteed, dat er een verlies van b.v. 10.000.- op wordt geleden - het zal eenieder duidelijk zijn - is financieel- economisch niet verantwoord. Door de mogelijkheid te scheppen van het betrekken van electriciteit in de on rendabele gebieden, door geheel op naar kosten ae hoofdkabels te leggen, - bedragen de voor de 312 aansluitbare percelen gemiddeld ongeveer 1800.- per perceel, waar op jaarlijks, gedurende de eerste 10 jaren, gemiddeld een verlies van-/. 100.- wordt geleden - zonder compensatie door belanghebbenden b.v. in de vorm ener baatbelasting zoals wel in andere gemeenten geschiedt, menen wij dat de gemeente voldoet aan het geen van haar in deze mag worden verlangd.. Dit houdt in, dat de gemeente het,' naar onze mening aan de belanghebbenden moet overlaten of zij al dan ..iet van ae ge schapen mogelijkheid gebruik willen maken ol m.a.w. moeten dezen zelf beoordelen of .iet tegen de daaraan voor hen verbonden kosten van aansluiting en installaties verantwoord is electriciteit te betrekken. Belanghebbenden zijn hiertoe ook het beste in staat. Het bovenstaande hebben wij willen aangeven, dat het ons niet wenselijk voor kant de gemeente ook nog met de kosten van aansluiting te belasten, zulks naar aan- l'-idiut; VcUj de gemaakte o-uer i.y zen aanzien van de door Uw College gekozen wijze van financiering van do electrificatie der onrendabele gebieden. Rest nog te behandelen de suggestie om de totale kosten van aansluiting in een bepaald plan ponds-ponds-gewijze over belanghebbenden om te slaan, waarbij dan gedacht is deze omslag van gemeentewege op te leggen daar toen tegen een vrijwil- li. gezamenlijk dragen uer kosten door belanghebbenden de gemeente geen bezwaar k.n nebben. Algezien van de vraag of hst principieel juist zou zijn, hiertoe over te gaan, komt uier een practisch bezwaar naar voren, waarop wij hiervoren reeds doelden, n.l. om nu nog wijziging te brengen in de oorspronkelijke betalingsregeling. De electrificatieplannen voor de onrendabele gebieden omvatten 18 verschillende onderdelen met 312 aansluitbare percelen waarvan de rj grootste met 257 percelen, reeds zijn uitgevoerd. Onder deze waren 55 percelen waarvan de aansluitingskosten een bedrag van/. 250.- te boven gingen. Bij de nog uit t, voeren of in uitvoering zijnde plannen bevinden zich nog 19 percelen, waarvan de aansluitingskosten hoger dan j 250.- zijn g...r< and. B langhebbenden zijn van de voor hunne percelen ge- arncie uamiai uing^kos o^n in kenni.: gesteld, zodat een wijziging in deze bedragen voor de percelen, die nog moeten worden aangesloten tot grote moeilijkheden aanlei ding zou geven bij diegenen, die door de nieuwe regeling zouden worden gedupeerd. In verband hiermede en ook omdat het ongewenst voorkomt om voor do betrekke lijk kleine groep belanghebbenden een anuere regeling te scheppen dan die tot nu -toe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 1295